Voor we hier op in gaan is het handig om eerst iets uit te leggen over zwerfsteengroepen en de samenstelling daarvan.
Hebben wij het over zwerfstenen dan bedoelen we daar in de eerste plaats noordelijke
zwerfstenen mee, stenen van Scandinavische oorsprong. Maar er zijn ook nog andere
zwerfstenen. Dat zijn grindstenen die in afzettingen van rivierzand voorkomen.
Deze rivierstenen vat men in Noord- en Oost-Nederland samen onder de naam 'oostelijk grind'. Het zijn
meest kleine stenen, die voornamelijk afkomstig zijn uit Duitse middelgebergten als het
Teutoburgerwoud, Wiehengebergte, Weserbergland, Harz, Thüringerwoud en Saksen.
Noordelijke zwerfstenen komen uit Scandinavië, maar niet uit heel Scandinavië. De
meeste zijn afkomstig uit Zweden en het zuidwestelijke deel van Finland. Verder heeft
het ijs van de bodem van de Botnische Golf en de Oostzee ook het nodige meegenomen.
Tenslotte, als we de baan van het ijs volgen, zijn ook fossielen en gesteenten uit
Denemarken en Noord-Duitsland opgenomen en bij ons terecht gekomen. Denk aan de
vuurstenen waarmee Drenthe bezaaid is. In een enkel geval en dan meestal via een omweg,
zijn ook nog gesteenten uit Zuid-Noorwegen bij ons terecht gekomen.
Het verst en daarmee 'afstandskampioen' zijn Sorsele- en Linagraniet. Deze zwerfsteentypen zijn afkomstig uit het uiterste noorden van Zweden, in
Zweeds Lapland. Deze zwerfkeien hebben een reis van zo'n 2500 km achter de rug! Hoewel
als zwerfsteen zeldzaam, zijn in Oostbaltische zwerfsteengezelschappen op de
oostelijke Hondsrug in Drenthe in vrij korte tijd talrijke exemplaren gevonden, waaronder zelfs
een tweetal zwerfstenen van blokgrootte.
Onder zwerfstenen zijn er ongetwijfeld vele die de reis van
Scandinavië naar hier niet in een maal hebben gemaakt. Ze hebben
er twee of misschien wel meer ijstijden voor nodig gehad om hier
te komen. Het is niet moeilijk om dit voor te stellen. Denk alleen
maar aan de massa’s losse stenen en keien die overal in Zweden,
Noorwegen en Finland aan het oppervlak liggen. Ook dat zijn zwerfstenen. De
kusten van Denemarken en Noord-Duitsland liggen er ook vol mee.
Al die stenen zijn in de laatste ijstijd daar blijven liggen. In een
volgende ijstijd – en die komt er zeker – neemt het gletsjerijs allereerst het
losse materiaal mee, inclusief alle keien. Als deze massa
gletsjerpuin van de rotsondergrond is afgeschaafd, komt vervolgens
de vaste rots zelf aan de beurt. Vandaar dat het woord zwerfsteen
niet zo gek gekozen is. Er zijn er bij die na heel wat omzwervingen,
uiteindelijk bij ons terecht zijn gekomen.
De lange transportreis is veel stenen aan te zien, fossielen niet
minder. Ze zijn in de meeste gevallen gebroken, afgeschuurd en
bekrast. Als je stenen en fossielen in de vaste rots zoekt, heb je
daar minder last van. Maar zijn zwerfkeien met al die ‘beschadigingen’
dan minder waardevol? Het is maar waar de belangstelling naar uit
gaat. Veel amateurgeologen voelen zich niet aangetrokken tot
zwerfkeien en grindstenen. Die zoeken veel liever in groeves in het
buitenland en bouwen daar langzamerhand hun verzameling mee op.
Niks mis mee en heel waardevol vaak ook. Sommige van die verzamelingen zijn uniek en hun
gewicht in goud waard. Maar zwerfstenen vertellen meer en ook
andere verhalen. Verhalen die over de oertijd van de aarde gaan,
hun ontstaan, oorsprong en de lange transportweg van Scandinavië
naar hier. Deze verhalen zijn minstens zo interessant en vaak nog
waardevol ook. In wetenschappelijke studies spelen zwerfstenen
nog regelmatig een belangrijke rol.
Terzijde:
Het spoor terug
Zwerfstenen kunnen ook van economische betekenis zijn. Hiermee bedoel ik niet de waarde
die ze in tuincentra hebben of als ze verkocht worden om er grafmonumenten van te maken.
Zwerfstenen zijn ook gebruikt om ertsvoorkomens op het spoor te komen. In Zweden heeft men
daar gebruik van gemaakt. Door het ontdekken van bepaalde ertshoudende zwerfstenen en die
naar de bron te vervolgen heeft men meermalen ertsvoorkomens van koper, ijzer en mangaan
ontdekt, die van groot economisch belang bleken te zijn.