In zwerfstenen komen naast biotiet ook nog andere zwarte of zwartgroene mineralen voor. De belangrijkste zijn wel hoornblende, augiet en toermalijn.
Op biotiet na komt hoornblende het meest in
zwerfstenen voor. We vinden het mineraal in graniet,
granodioriet ,dioriet, maar ook in gabbro, basalt en
soms ook in pegmatiet. Daarnaast vormt het kleine kristallen
in allerlei porfieren. Ook in metamorfe gesteenten is hoornblende
een belangrijk mineraal. In amfiboliet is het zelfs het hoofdbestanddeel.
Toch is er iets vreemds aan de hand met hoornblende. In
beschrijvingen in zwerfsteenboeken wordt het mineraal heel vaak
genoemd, alsof het een specifiek mineraal is. Maar hoornblende
wordt niet als mineraal erkend! Net als veldspaat is hoornblende
een verzamelnaam voor een aantal soorten amfibool. Amfibolen
vormen een groep verwante ijzerrijke mineralen, die in gesteenten
gemakshalve hoornblende worden genoemd. Hoewel feitelijk onjuist
is de naam zo ingeburgerd geraakt dat hij nog steeds gebruikt wordt,
ook bij zwerfstenen.
Hoornblende toont op het breukvlak een harde glasglans. De glans is
het duidelijkst aanwezig in amfibolieten, een basisch metamorf
gesteente. Amfibolieten worden regelmatig met dioriet en gabbro
verwisseld. Het zijn beide (grijs)wit-zwarte gesteenten. Echter, in
diorieten overheerst meestal de witachtige plagioklaas. Amfibolieten
bevatten meer ‘zwart’. Bovendien zijn amfibolieten metamorf, dus vaak
gestreept, waarbij de mineralen parallel t.o.v. elkaar gerangschikt zijn.
Hoewel gabbro oorspronkelijk veel pyroxeen (=augiet) bevat, komt
in zwerfsteengabbro’s door hun geologisch hoge ouderdom veelal
hoornblende voor. De augiet is in de loop van de tijd door wateropname
omgezet in de zwart-groene vezelige hoornblende variëteit oeraliet.
Oeralietische gabbro’s zijn helemaal niet zeldzaam. Verweerd kleuren ze
vaak opvallend groenachtig (grijs). Meer onverweerd zijn ze zwartgroen
van kleur.
Terzijde:
Amphibolos betekent dubbelzinnig. Amfibool dankt zijn naam aan het feit dat het makkelijk te
verwisselen is met de eveneens zwartkleurige augiet, een pyroxeen. In hardheid, soortelijke massa,
kleur en ook enigszins in kristalvorm ontlopen beide mineralen elkaar niet veel.
Hoornblende lijkt in gesteenten veel op augiet. Beide zijn zwart, maar
hoornblende vormt kristallen die 3 tot 4 maal zo lang zijn als breed.
Augieten daarentegen tonen meer gedrongen vormen. Toch is het in
zwerfstenen moeilijk om beide mineralen op basis van hun vorm van
elkaar te onderscheiden.
Beide mineralen verschillen ook in de manier waarop ze splijten. De
splijtvlakken van hoornblende maken een hoek van ca. 120 graden,
bij augiet vormen deze een vrijwel een rechte hoek. Om verschillen te zien, is
enige oefening nodig. Zonder loep gaat dit niet. Pas onder een
stereomicroscoop of binoculair vallen de verschillen in splijtvlakken goed te herkennen.
De kristallen in zwerfstenen zijn meestal verre van ideaal. Ze vormen
vaak aggregaten. Daarin is de splijting van de afzonderlijke kristallen
vaak met moeite te zien. Kortom, het valt dus niet mee om in zwerfstenen
hoornblende en augiet van elkaar te onderscheiden.
Toch helpt ook hier weer een ezelsbrugje. Hoornblende komt vaak voor
in combinatie met kwarts in allerlei granieten. Uppsalagraniet is hiervan
een bekend voorbeeld. Het gidsgesteente komt uit de provincie Uppland
in Midden-Zweden. Augiet daarentegen, zullen we hoogst zelden in
granieten tegen komen. Kwarts en augiet zijn zo te zeggen niet elkaars
‘vrienden’. Augiet vinden we vooral in gabbro, basalt, diabaas en als
kleine kristallen in sommige porfieren.
In zwerfstenen komt hoornblende in verschillende vormen voor. In
granieten en diorieten vormt het vaak korrels en aggregaten. In metamorfe
gesteenten vormt hoornblende vaak lange, naaldvormige kristallen of
vormt korte en langere bundels die soms op korenschoven (garven) lijken.
Ook vormen ze in metamorfe gesteenten buitengewoon fraaie radiaalstralige
aggregaten (zonnen).
Dit laatste geldt in het bijzonder voor de amfiboolsoort gedriet. Gesteenten met
gedriet zijn bijzonder fraai. Jammer dat ze als zwerfsteen zo weinig
gevonden worden. Er zijn slechts een paar Drentse vondsten bekend. Een
is gevonden bij Zuidlaren, een andere, veel grotere steen met talrijke
fraaie ‘zonnen’ kwam in groeve De Boer bij Emmerschans te voorschijn.
Gedriet is vooral bekend van Skyshuttan in de provincie Dalarna in Zweden.
De gesteenten daar bevatten prachtige, waaiervormige aggregaten van
(grijs)zwarte gedriet, dikwijls in de vorm van fijnvezelige radiaalstralige
‘zonnen’.
![]() |
![]() |
Leptietgneis met gedrietzonnen - Skyshuttan, Dalarne, Zweden. |
Detail van vorige foto. |