We hoeven maar een hoop zwerfstenen te aanschouwen om vast te stellen dat de meeste keien nogal van elkaar verschillen. Dit heeft vooral te maken met ontstaanswijze, structuur en samenstelling. Ook maakt het uit of zwerfstenen verweerd zijn of niet. Een verweerde akkersteen ziet er voor beginners volkomen anders uit dan een vergelijkbare kei uit de keileem.
De structuur van zwerfstenen geeft aanwijzingen over hoe
en waar het gesteente is ontstaan. Indien we een graniet,
een kwartsporfier en obsidiaan met elkaar vergelijken, dan zien
we drie in uiterlijk sterk van elkaar verschillende gesteenten.
Toch verschillen ze nauwelijks in chemische samenstelling.
Het kost tijd en oefening om zich een aantal gesteentebeelden
en structuren eigen te maken. Willen we zwerfstenen
leren herkennen dan kunnen we niet zonder die beelden.
We leren pas graniet herkennen als we behalve structuur
ook de bestanddelen kwarts en veldspaat en glimmer herkennen.
Kennen we daarnaast ook de belangrijkste verschillen tussen
magmatische en metamorfe gesteenten, dan zijn de belangrijkste
‘hobbels’ genomen. Zo simpel is dat.
In het onderdeel ' Welke steen vind je het meest' krijgt U een
indruk van de veelheid aan zwerfsteentypen en hun structuren. De
zwerfstenen zijn in groepen gerangschikt om ze makkelijker te leren
herkennen. Per zwerfsteensoort worden meerdere exemplaren afgebeeld,
verweerd en onverweerd, gewoon zwerfstenen dus zoals je die kunt
vinden in zandverstuivingen, langs akkers, in groeves of in bouwputten.