Het opvallend speelse lichteffect in veldspaten is niet
alleen aan larvikiet voorbehouden. Het bekendst is het bij
labradoriet, een calciumrijke plagioklaassoort uit de landstreek
Labrador in het oosten van Canada.
Het lichteffect wordt in onze hobbyliteratuur ‘labradoriseren’
genoemd, maar in het geval van larvikiet is dit niet de correcte uitdrukking voor het
verschijnsel. De uitdrukking is waarschijnlijk afkomstig uit
de natuursteenhandel, toch al een vakgebied waar men het
met de naamgeving van gesteenten niet zo nauw neemt.
Met labradoriseren bedoelen we in feite schillerisatie. Het
wordt ook wel het Schiller-effect genoemd.
Het Schiller-effect is een vorm van iriseren dat in veel gevallen
aan parelmoerglans doet denken. Zoals vaak het geval, krijgt
een niet correcte uitdrukking toch bestaansrecht. Wellicht dat
dit ook met het 'labradoriseren' van larvikiet het geval is.
Veel mooier dan in larvikiet is het iriseren van labradoriet uit
Madagaskar. Dit veldspaatmineraal wordt de laatste jaren
veelvuldig in gepolijste vorm op mineralenbeurzen aangeboden.
Het kleurenspel is onder een bepaalde lichtinval fantastisch:
het varieert van hemelsblauw, blauwgroen, oranje tot fel
oplichtend bronskleurig, afhankelijk vanuit welke richting
het stuk bekeken wordt en de invalshoek van het licht.
Gaat het echter om het allermooiste blauw en het diepste rood
en oranje, dan is spectroliet uit Zuid-Finland kampioen. Vooral
de blauwe tinten zijn in de plagioklaaskristallen (ook labradoriet)
soms amethistkleurig blauwpaars. Het veldspaatmineraal vormt
megakristen tot ca. 10cm groot in anorthosietgabbro. Het
gesteente vormt een klein voorkomen in het rapakivigebied van
Viborg bij Ylämaa in Zuid-Finland en is daaraan ook geassocieerd.
Spectroliet is bij toeval in de Tweede Wereldoorlog ontdekt toen
men steenmateriaal nodig had om tankversperringen aan te leggen.
Kijk voor meer spectrolietfoto's op:
http://www.finnishspectrolite.com/gblang/gallery/samples1a.html
In larvikiet is het Schiller-effect bescheidener van aard. Het
parelmoer-achtige oplichten van de veldspaten is te danken aan
optische interferentie van invallend licht aan de microscopisch fijne
afwisseling van plagioklaas- en alkaliveldspaatlamellen in de
veldspaten. De lichteffecten zijn op zijn mooist bij helder daglicht.
Verspreid in het gesteente zien we de veldspaten helder zilverwit
oplichten, in kleur verlopend naar blauwwit, blauw of blauwgroen.
Het oplichten van de veldspaten is niet gelijkmatig. De intensiteit
en de kleur is afhankelijk van de onderlinge afstand en rangschikking
van de microscopisch fijne lamellenstructuur. Soms lichten de
veldspaten in onregelmatige vlekjes op, soms is het lichteffect meer
homogeen. Niet zelden is er sprake van zonering. In de donkere
larvikietvariëteit, die bekend staat als ‘Emerald pearl’, lichten de
veldspaten meer in zijn geheel op. In de grijze tot blauwgrijze
varianten (‘Blue pearl’ typen) is meer sprake van een vleksgewijs
onregelmatig oplichten. Op basis van de getoonde lichteffecten
worden in de steenhandel verschillende variëteiten van larvikiet
aangeboden.
Verdieping
Ontmengingsverschijnselen in Larvikiet
Schillerisatie ofwel Schiller-effect in sommige larvikieten is te danken aan
de microscopische fijne verdeling van de ene veldspaatsoort (kaliveldspaat)
in de ander (plagioklaas). Dat beide veldspaten zo innig naast elkaar voorkomen
is het gevolg van een ontmengingsproces dat in vaste toestand in de kristallen
heeft plaatsgevonden.
Tijdens de vorming van de veldspaten was de temperatuur in het magma nog
zo hoog dat plagioklaas en kaliveldspaat volledig gemengd met elkaar kristallen
konden vormen. Bij een lagere temperatuur komt die menging in het gedrang,
zelfs als de kristallen al gevormd zijn. Plagioklaas en kaliveldspaat hebben de
neiging zich af te scheiden ofwel te ontmengen. Hierbij bewegen de afzonderlijke
atomen zich door diffusie via microporiën naar elkaar toe. Zo vindt binnen
kristallen een scheiding plaats in plagioklaas en kaliveldspaat. Dit noemen we
perthiet.
Perthiet is doorgaans heel goed te zien in grootkorrelige pegmatieten. We zien
hierin zeer veel, min of meer parallel verlopende, onregelmatige sliertjes van
witachtige albiet in kaliveldspaat. In larvikiet is de ontmenging te zien aan de
vlekkerige en fijne streepstructuur van de veldspaten. De lichtkleurige delen
zijn kaliveldspaat, de meer grijs gekleurde zijn van plagioklaas. Vooral aan
gepolijste oppervlakken is de ontmenging van beide veldspaatsoorten goed te
zien.