Gidsgesteenten zijn zwerfstenen waarvan het herkomstgebied in de landen om ons heen bekend is. Dit geldt voor rolstenen van Maas en Rijn, voor oostelijke rolstenen en ook voor noordelijke zwerfstenen. In het geval van noordelijke zwerfstenen is de herkomst Scandinavië. Halengraniet is zo'n gidsgesteente uit het noorden.



Het zoeken naar gidsgesteenten heeft zo zijn voordelen. Het

selecteren op bepaalde soorten maakt dat de verzameling, zeker

de eerste jaren, binnen de perken blijft. Stenen vragen nu eenmaal

vrij veel ruimte. Bovendien zoekt een verzamelaar van gidsgesteenten

doorgaans gerichter. Hoewel iedere steensoort een eigen

verhaal vertelt over samenstelling en ontstaan, kun je met het zoeken

naar gidsgesteenten de bulk, om het zo maar te zeggen, laten liggen.

Die is op dat moment minder interessant.


 

 

Halengraniet_-_BorgerDrJPG

Halengraniet - Zwerfsteen van Borger (Dr.).

Halengraniet is een grijswitte porfierische biotietgraniet met talrijke meer of minder evenwijdig gerangschikte kaliveldspaattabletjes.


De moeilijkheid bij het zoeken is welke kei neem je als potentieel gidsgesteente

mee en welke laat je liggen? Onwillekeurig zoeken

verzamelaars naar stenen die men al kent. Aan de onbekende

soorten loopt men makkelijk voorbij. Dit is de oorzaak dat het

aanleggen van den representatieve verzameling gidsgesteenten niet van van vandaag op morgen gerealiseerd is. Van ieder nieuw gidsgesteente moeten de kenmerken

worden onthouden, aangevuld met de beelden van afwijkende typen en tegen elkaar worden afgewogen of het bewaren daarvan wel zinvol is. Dit leerproces is vrij steil en verloopt langzaam. Dat verklaart waarom

men ook na tientallen jaren verzamelen nog steeds geconfronteerd

wordt met gidsgesteenten die men eerder niet herkende of die men

al die tijd van een verkeerde naam voorzien had. Het boeiende aan

deze zijtak van de zwerfsteenliefhebberij is dat je er niet

snel op uitgekeken raakt.


 

 

Halengraniet_-_Westdorp_DrJPG

Spinkamalagraniet met kleine grijswitte veldspaattabletjes - Zwerfsteen van Borger (Dr.). 

 


 

Om gidsgesteenten te kunnen herkennen is kennis van gesteenten

onontbeerlijk. Het herkennen van graniet, porfier, de mineralogische samenstelling ervan en hun

structuurvormen is geen overbodige luxe. Als over ongelijkkorreligheid wordt gesproken of over een porfierische type, is het belangrijk om daar een beeld van te hebben. Toch werkt het

in de praktijk anders. Verzamelaars zijn in de eerste plaats visueel ingesteld. Men vergelijkt de gevonden

zwerfstenen met foto’s die in verschillende zwerfsteenboeken

afgebeeld zijn of beter nog men kijkt op het internet bij een van de vele websites die over zwerfstenen bestaan. Daar is niks mis mee, want vergelijking van beelden kan je op het juiste spoor brengen.



 

De handeling die daarop moet volgen is essentieel. Als men iets over het betreffende gidsgesteente naleest, dan moet blijken of structuur en aanwezige minerale bestanddelen ook werkelijk in de steen aanwezig zijn. Gesteenten en ook gidsgesteenten moeten weliswaar aan een aantal criteria voldoen, maar de spreiding binnen een bepaald gesteentetype is zeker bij zwerfstenen groot. Bij beginnende verzamelaars leidt dit meer dan eens tot frustratie. Tenslotte, als alles overwogen is, komt men tot een hopelijk juiste determinatie en daarmee tot een naam.



 

Iedereen maakt dit mee, aanvankelijk heeft men het vaak bij het verkeerde eind. Determineren is vooral kritisch zijn. Het 'hinein interpretieren' ligt voortdurend op de loer. We zijn geneigd dingen die niet helemaal kloppen, te negeren of er op zijn minst minder belang aan te hechten, mede door de wetenschap dat er binnen ieder gidsgesteente veel variatie bestaat. Dat iemand

het aanvankelijk regelmatig bij het verkeerde eind heeft, is daarom niet erg.

Het is immers een leerproces. Vaak zijn juist ‘missers’ de opstap

naar een veel gedetailleerdere kennis van het betreffende

gidsgesteente.

Halen-graniet, het gesteente dat hier besproken wordt, komt voor samen

met de zeer verwante Spinkamålagraniet. Beide granieten hebben veel van elkaar weg. En in beide gevallen komen ze ook nog eens bij elkaar voor in hetzelfde gebied: Zuid-Zweden. In sommige gevallen is

het zelfs niet mogelijk om beide granieten uit elkaar te houden, een probleem dat bij gidsgesteenten meer voorkomt. Dat de een in sommige determinatieboeken en op websites, een (veel) grovere korreling bezit dan de ander, moet je ook maar juist kunnen interpreteren.



 

Gesteenten en dus ook gidsgesteenten benader je

anders dan een vogel of een plant. Zeker, gidsgesteenten

onderscheiden zich van de overige zwerfstenen door hun specifieke

kenmerken. Toch ontkomt men er niet aan zich bij het beoordelen

te richten op gemiddelden. We hoeven in dit

verband maar te denken aan de bekende Ålandrapakivi: heel

herkenbaar als een roodachtige steen met een ‘ringetjes structuur’, maar geen

twee rapakivigranieten zijn gelijk aan elkaar.

Met Halengraniet hebben we iets vergelijkbaars. Er bestaan

verschillende afwijkende typen, die naast elkaar gelegd een ‘rijtje’

vormen, waaruit een duidelijke verwantschap blijkt.
 

 

 

Halengraniet_-_Rees_DldJPG

Halengraniet - Zwerfsteen van Rees (Dld.).

De smalle, idiomorfe kaliveldspaattabletten zijn blauwgrijs van kleur. Ze steken duidelijk af tegen de witte plagioklazen. Dit type toont met zijn talrijke witte plagioklazen en de vele zwarte spikkels van biotiet gelijkenis met een porfierische Stockholmgraniet.


 

 

In goede doen is Halengraniet te herkennen aan talrijke

slanke, doorgaans kleine tabletvormige kaliveldspaten. Gemiddeld

zijn die tot 1,5cm lang. Er zijn echter typen met grotere veldspaat

eerstelingen, soms tot 2cm lang. Het gesteente is een biotietgraniet,

meest grijs, geelgrijs tot grijsrood van kleur. Aan de verweerde buitenzijde

van de zwerfstenen valt deze kleur meestal niet op. Verweerd kleurt het gesteente

meest grijs tot grijswit, afhankelijk van de verweringsgraad en 

bleking.
 


 

Karakteristiek bij Halengraniet is de evenwijdige rangschikking van

de kaliveldspaten. In handstukken valt dit onmiddellijk op. De

veldspaten liggen in het gesteente als 'ruim gemetselde stenen in

een muur'. Bij grote zwerfstenen blijft de parallelle rangschikking

weliswaar aanwezig, maar zien we dat de oriëntatie van groepen

eerstelingen, over het gesteente-oppervlak verspreid, variëert.

Waarschijnlijk is stroming van de oorspronkelijke magmabrij hiervoor

verantwoordelijk.

 

Pernigraniet_-_Hoge_Veld_Norg_Drjpg

Perniögraniet - Zwerfsteen van het Hoge Veld, Norg (Dr.).Van deze zwerfsteen is de verweerde buitenzijde met talrijke smalle evenwijdig verlopende kaliveldspaat tabletten  afgebeeld. Oppervlakkig gezien is de gelijkenis met Halengranietvrij groot. Op het breukvlak is perniögraniet meest (oranje)roodachtig gekleurd. Halengraniet is grijs.

Porfierische Blekingegraniet - Zwerfsteen van Eeserveen (Dr.).

Niet alle porfierische grijze tot grijswitte biotietgranieten met evenwijdig gerangschikte kaliveldspaten zijn Halengraniet. Het is beter om deze typen Blekingegraniet te noemen.

In het midden van de afgebeelde steen is een kaliveldspaattablet zichtbaar, dat overlangs in tweeën lijkt te zijn gedeeld. Dit is een zogenoemde Karlsbader tweeling. Kaliveldspaat vormt heel vaak twee op een karakteristieke wijze met elkaar vergroeide kristallen. Als men de steen draait, spiegelt om beurten een helft.

 


 

Een evenwijdige rangschikking van kaliveldspaten zien we bij

meer granieten. Heel bekend is het bij

Perniögraniet, een meer roodachtige biotietgraniet uit Zuidwest-Finland. Ook bij porfierische Bohuslängraniet komt dit wel voor. Kortom, evenwijdig gerichte, idiomorfe, rechthoekige veldspaten zijn op zich niet voldoende om het gesteente Halengraniet te mogen noemen.


Komen kleur en structuur van het gevonden gesteente

enigermate overeen met Halengraniet dan is men, ondanks een veel

grovere korreling met eerstelingen van 2 tot 3 cm grootte, 

geneigd de zwerfsteen Halengraniet te noemen. Bestaat er twijfel, dan is een naam als Blekingegraniet wellicht 

verstandiger.

Hoewel de slanke kaliveldspaten het meest opvallen, bevat

Halengraniet relatief veel plagioklaas. De (geel)witte kristallen

vormen samen met de kleine, 2 tot 6 mm grote, grijze tot grijsbruine

kwartskorrels en zwarte biotietschubjes, een soort grondmassa

tussen de veldspaateerstelingen.

Om bij het hoofdtype te blijven: Halengraniet is vooral aan zijn

talrijke, tot hooguit 1,5cm lange, slanke kaliveldspaatjes te

herkennen die op een opvallende wijze parallel aan elkaar

gerangschikt zijn. Het gesteente maakt, van enige afstand

bekeken, daardoor een porfierische indruk.

Spinkamålagraniet is in zekere zin een verkleinde uitgave van

Halengraniet. Dit graniettype maakt net als Halengraniet deel uit van het

granietgebied in de provincie Blekinge, in het zuidoosten van

Zweden. Ook Spinkamålagraniet bevat talrijke, evenwijdig

gerangschikte kaliveldspaattabletjes, maar deze zijn maximaal

6 mm groot. Van enige afstand doet deze graniet in kleur en

korreling wel denken aan Stockholmgraniet.




Terug

 

 

 

© 2010-heden Kijkeensomlaag.nl
Flag Counter