Heel bekend en veel toegepast is het gebruik van zwerfstenen als bouwsteen. Nemen we dit begrip wat ruim, dan vallen de hunebedden in Drenthe hier ook onder. Deze duizenden jaren oude grafmonumenten zijn uit grote tot zeer grote zwerfblokken samengesteld. Het plaatsen van de draagstenen met daar bovenop nog grotere dekstenen, verrichtte men ca. 5000 jaar geleden met zoveel vakkundigheid, dat het nog steeds niet goed duidelijk is hoe men deze keien zo precies op hun plaats kreeg.
In een iets engere betekenis zien we dat zwerfstenen voor het
eerst bij de bouw van Middeleeuwse stenen kerken zijn gebruikt.
Bij een aantal van deze oude kerken is goed te zien (Borger) dat zowel toren
en het schip van de kerk op grote zwerfkeien gefundeerd zijn. Verder benutte men heel grote zwerfkeien om daaruit met beitels en wiggen gekantrechte natuurstenen bouwblokken te maken. Sommige van deze aan de buitenzijde rechthoekige steenblokken zijn meer dan een meter groot. Het gebruik hiervan is nog heel fraai te zien aan de onderbouw van de kerktoren van de Grote Kerk in Emmen. Het fraaist is het gebruik van natuursteen te bewonderen in het kleine rechthoekige koor aan de achterzijde van de Margarethakerk in Odoorn.
Daarnaast verwerkte men in de Middeleeuwen in een stad als
Groningen zwerfkeien wel in de fundamenten van stenen gebouwen.
Men paste wel bakstenen toe, maar men vond het blijkbaar geen
bezwaar om dit in combinatie te doen met zwerfstenen. Dit gebruik
bleek duidelijk tijdens de opgravingen van het oude Prefectenhuis
in de binnenstad, dat uit 1040 stamt.
Fundament met een deel van een bakstenen spaarboog van het oude Predectenhuis uit 1040 in Groningen.
In het fundament verwerkte men ook zwerfstenen. Dat bespaarde destijds geld.
Ook verwerkte men vele honderden jaren lang zwerfkeien in kerkmuren.
Nog meer dan bij ons is dit het geval geweest in het noorden van
Duitsland (Ostfriesland) en in Denemarken. Aanvankelijk trok men de kerkmuren
op van hele stenen; hierbij werd hooguit de naar buiten gekeerde
zijde van de kei iets afgevlakt. Later bekapte of spleet men de
zwerfkeien tot rechthoekige formaten. Dat gaf een beter
steensverband waardoor de stevigheid (lees draagkracht) van
de muren toe nam.
![]() |
Het kleine kerkje van Nienbergen in het Wendland in Duitsland is geheel gebouwd van zwerfstenen. |
Hunebedden zijn op diverse plaatsen in Drenthe in de Middeleeuwen
als steengroeve geëxploiteerd. Bij Glimmen ontdekte men in de
zeventiger jaren restanten van twee hunebedden, waarvan
alleen de zwerfsteenvloeren zijn terug gevonden. De rest is door
Middeleeuwse steenhouwers gebruikt, wellicht voor de bouw van
de kerk in Haren. Dat dit in de Middeleeuwen moet hebben
plaatsgevonden werd duidelijk toen bij het opgraven talrijke
fragmenten van Middeleeuws aardewerk te voorschijn kwamen.
In Noord-Nederland werden de kerken en steenhuizen vooral uit
rode baksteen opgetrokken, in enkele gevallen ook uit geïmporteerde
tufsteen, een relatief licht en goed bewerkbaar vulkanisch gesteente
uit de Eifel in Duitsland. De toepassing hiervan kunnen we nog zien
in de kerken van Vries en Anloo in Noord-Drenthe.
Bij een aantal Middeleeuwse plattelandskerken zijn de muren van
de kerktorens uit een combinatie van bakstenen en zwerfkeitjes
opgetrokken. De toren van de kerk van Noordlaren bijvoorbeeld bezit
een buiten- en een binnenmuur van rode baksteen, waarbij men de
ruimte tussen binnen- en buitenblad opvulde met een mengsel van
kleine zwerfkeitjes, baksteenafval en mortel. Dit Romeins beton bespaarde zo een hoop bakstenen.
Het bouwen met baksteen was destijds een kostbare aangelegenheid.
Boerderijen
Van oudsher bouwde men boerderijen van lokaal verkrijgbare
materialen. Het dragend skelet van boerderijen in Drenthe bestond uit een
reeks achter elkaar geplaatste eiken gebinten. Om de nodige
stevigheid te geven werden de gebinten oorspronkelijk in de grond
ingegraven. Hoewel eikenhout goed bestand is tegen weersinvloeden,
was het voortdurende vochtcontact op de overgang van bodem naar
lucht een garantie dat de zware palen na ca. 20 tot 25 jaar weggerot
waren. Men was daardoor gedwongen om veelal elders een nieuwe
boerderij te bouwen. Pas toen men de gebinten op zwerfstenen ging
plaatsen, waarbij het directe contact van het hout met de ondergrond
vermeden werd, konden boerderijen soms wel een paar honderd jaar
op dezelfde plaats blijven staan.
In dit verband is de toepassing van zwerfstenen in de zijmuren van
een gerestaureerde Drentse boerderij bij Gasteren merkwaardig te
noemen. Hoewel visueel aantrekkelijk, is dit historisch niet helemaal
verantwoord. De muren en zijwanden van de boerderijen en
schuren werden vroeger uit andere materialen samengesteld.
De buitenmuren hoefden niets te dragen. Vaak werden ze gemaakt
van gevlochten stro of riet. Ook paste men wel vakwerk toe, waarbij
men de vakken tussen de gebinten opvulde met een vlechtwerk van
hazelaar- en/of wilgentenen, dat vervolgens met leem werden
aangesmeerd. Door de sterke overhang van de daken spoelde de
leem niet zo snel uit de wanden weg. Bovendien waren de muren
makkelijk en goedkoop te repareren.
Zwerfkeien gebruikte men niet alleen als draagsteen voor de gebinten,
ook liet men de zware schuurdeuren wel op zwerfstenen draaien. De
scharnier- of dorpelsteen gebruikte men in deurposten waar ze als een
soort scharnier fungeerden. Hiervoor koos men keien met een platte of
liever nog met een iets holle bovenkant.
Zwerfsteengebruik in moderne bouw
Het is verheugend te zien dat ook bij nieuwbouw door architecten
hier en daar zwerfstenen worden toegepast. Het is weliswaar geen
algemeen verschijnsel in Drenthe en daarbuiten, maar de toepassing
is wel karakteristiek te noemen. Mits toegepast met gevoel voor
verhoudingen geven de keien het betreffende gebouw een uitstraling
die als aantrekkelijk wordt ervaren en passend is in de omgeving.
Een fraai voorbeeld van een dergelijke toepassing is te zien aan
de Rabobank in Vries (Dr.).
![]() |
![]() |
Modern en smaakvol gebruik van zwerfkeien in Vries (Dr.) |
Ook op het voorplein bij de ingang van de bank in Vries (Dr.) heeft men een aantal grotere zwerkeien in het plaveisel opgenomen |
Zwerfsteenmonument op de begraafplaats van Zwartemeer (Dr.).
Bij de kerk en op de begraafplaats van Zwartemeer in Zuidoost-Drenthe
heeft men uit plaatselijk gevonden zwerfkeien een tweetal religieuze
monumenten gemaakt. Op het grasveld bij de kerk staat een kleine
Mariakapel. Het monument op de begraafplaats is een kleine heuvel
de bekleed is met een mantel van zwerfkeien. Bovenop heeft men een
kruisbeeld geplaatst.
![]() |
Het zwerfsteenmonument met kruisbeeld op de begraafplaats van Zwartemeer (Dr.). |
Zwerfsteenmonument van Werpeloh (Dld.)
In het centrum van het oude esdorp Werpeloh in de Hümmling, oostelijk
van de rivier de Ems in Duitsland, is een aantal jaren geleden door de
toenmalige pastoor Mattheus Bergmann een monument opgericht die
geheel uit zwerfstenen is opgetrokken. De gebruikte zwerfkeien zijn
afkomstig uit de omgeving. Ze kwamen te voorschijn bij de
ruilverkavelingen die rondom Werpeloh het oude landschap, net als
eerder in Drenthe, voorgoed van karakter hebben veranderd. Het
monument staat in een klein plantsoen langs de weg naar Börger.