Voor zwerfsteenliefhebbers is het zoeken naar zwerfkeien nog steeds niet moeilijk. Wel verdwijnen geleidelijk aan steeds meer keien uit het landschap, zeker aan het oppervlak. Tuinliefhebbers kunnen ze niet laten liggen en stenenliefhebbers evenmin. Echter, als men de plekjes weet te vinden, dan zijn zwerfstenen niet zeldzaam.
Hoewel het misschien voor de hand ligt, heeft het op heidevelden, in tegenstelling tot vroeger, geen zin meer
om naar zwerfstenen te zoeken, een enkele uitzondering daargelaten. De tijd is
voorbij dat miljoenen keien in lange rijen op transport lagen te
wachten. Het ontginnen van 'woeste grond', onze heidevelden dus, vindt niet meer plaats en daarmee behoort ook het
opspitten van zwerfstenen tot het verleden.
Hetzelfde is het geval op de Drenthe akkers. Ook daar komen steeds minder zwerfstenen
voor. De wijze van oogsten zorgt er voor dat de meeste stenen, vanaf de
grootte van een aardappel, na een paar oogsten van de akkers
verdwenen zijn. Hier komt nog bij dat akkerstenen het nadeel
hebben dat ze vaak onherkenbaar vuil zijn door aanhechtende bruine humusbestanddelen.
Desondanks zijn er nog stenen genoeg. Als op de akkers en heidevelden bijna geen
zwerfstenen meer zijn te vinden, waar liggen ze dan wel? Allereerst
zijn er in Drenthe, Groningen en Friesland talrijke zandzuigerijen,waar men vanwege de hoge grondwaterstand met
zandzuigers zand omhoog zuigt. In het opgezogen materiaal zitten vaak
stenen en grind, die uitgezeefd worden. Het voordeel van deze wijze
van exploitatie is, dat de stenen en het grind meestal schoon zijn.
Je ziet wat je vindt.
Een aardappeloogst levert vaak ook een hoop stenen op. Hoewel de keien meestal erg vuil zijn, regenen ze in de loop van de tijd wel iets schoner. Thuis doet een langdurig bad in warm water met schoonmaakmiddel en een scheut bleekwater plus nagelborstel wonderen. |
Uit bouwputten op de noordelijke Hondsrug komen in de keileem veel kalkstenen voor. Daarin zijn veel fossielen te vinden.En die zijn op wat aanhechtende leem na ook nog schoon ook. |
Ook bij de aanleg van industrieterreinen, wegen of bij wegreconstructies
gaat men vaak de grond in. Meestal gaat men net diep genoeg om
de onderliggende keileemlaag of het keizandniveau aan te snijden.
Dan komen er ook zwerfstenen te voorschijn. De opgegraven leem
en het zand voert men doorgaans vrij snel af. Het is dan zinvol te
informeren waar men het uitgegraven materiaal naar toe brengt.
Blijft het uitgegraven materiaal liggen, dan is het
wachten op regen, iets dat in ons land doorgaans niet erg lang duurt.
Ook in het uitgegraven materiaal van bouwputten komen vaak veel
en ook mooie stenen te voorschijn.
Kortom, er zijn in ons gebied nog mogelijkheden genoeg om – als
men dat wil – een stenenverzameling aan te leggen.
Zwerfstenen zoeken in het buitenland
Stenen zoeken kan ook en vaak nog beter in het buitenland. Niet
alleen Nederland is in de ijstijd door landijs bezocht, heel
Noordwest-Europa heeft ermee te maken gehad.
In Duitsland ten noorden van het Teutoburgerwoud en vooral ook
in Denemarken zijn veel Scandinavische zwerfstenen te vinden. In
tegenstelling tot Nederland hebben deze landen meerdere keren met
een steenrijke landijsbedekking te maken gehad, Duitsland
minstens drie keer.
Aangezien de ijsbedekking van de laatste ijstijd (Weichselien) nog
maar zo’n 10.000 jaar achter ons ligt, zijn de zwerfstenen uit die tijd
lang niet zo sterk verweerd als die bij ons. Dat blijkt vooral aan
de kusten langs de Oostzee.
Het zeewater van de Oostzee en in mindere mate van de Noordzee
heeft er voor gezorgd dat op talrijke plaatsen steile klifkusten zijn
ontstaan. Keileem is een stugge grondsoort die veel weerstand biedt
aan de eroderende werking van golfslag en branding. Toch kalven
deze steile kliffen ieder jaar iets af, vooral in herfst en winter als
de leemgrond verzadigd is van regenwater.
De naar beneden gezakte leembrei spoelt aan de voet van de kliffen
geleidelijk uit, waarbij tenslotte alleen zand en vooral stenen
overblijven. Ieder jaar hebben we dus te maken met nieuwe aanvoer
van zwerfstenen en de voorraad raakt nooit op. Dat maakt het zoeken
langs de stranden daar ook zo boeiend. Over kilometers lengte liggen
er vele miljoenen zwerfstenen, in allerlei soorten, kristallijn en
sedimentair.
Steil oprijzend keileemklif bij Klein Zicker op Zuid-Rügen (Dld.) |
Op de steenstranden langs de Oostzee is het heerlijk stenen zoeken. |
Langs de Oostzeekusten van Noord-Duitsland zijn net als bij ons
vooral zwerfstenen te vinden uit Zweden, van de Oostzeebodem, de Botnische Golf
en uit Finland. En vrijwel allemaal zijn ze door de branding prachtig
afgerold en schoon. De aanwezigheid van water maakt dat meteen
vastgesteld kan worden of de steen de moeite van het meenemen
waard is.
Bij het zoeken naar zwerfstenen hoeft het niet uitsluitend
te gaan om zeldzaamheden of om gidsgesteenten. Ook gewoon mooie, kleurige
keien zijn de moeite van het meenemen waard. Vooral stenen
met een rood/groene kleurcombinatie, zoals veel granietische tektonische breccies en kataklasieten,
vallen op als ze nat zijn. Niet zelden slijpt men er zelfs sieraden van.
De variatie onder de zwerfstenen op de steenstranden langs de kusten van de Oostzee is enorm. De keien zijn door golfslag en branding meestal prachtig afgerond. |
Ook in zandgroeves zijn veel zwerfstenen te vinden. De intensieve exploitatie maakt dat daar het hele jaar door 'verse' stenen te vinden zijn. |
Niet alleen langs de kusten kan gezocht worden, in het binnenland
van Sleeswijk-Holstein en verder naar het oosten in Mecklenburg in
Duitsland zijn talrijke zand- en grindgroeves te vinden. De
meeste groeves komen voor in de voormalige randgebieden van de
landijsbedekking. Bij het afsmelten van het ijs zijn daar tijdens het
Weichselien dikke pakketten zand en stenen afgezet. De
smeltwaterzanden (sandr) bevatten duizenden zwerfstenen, groot en klein.
Voordat men die verwerkt tot steengruis, liggen de keien tijdenlang
op grote hopen. De stenen zijn dan wel minder fraai afgesleten dan
langs de stranden, het voordeel is wel dat door de grote aanvoer er op
elk moment van het jaar vers materiaal te vinden is.
Naast allerlei granieten, gneizen en andere zwerfsteensoorten
kunnen op die plaatsen ook kalkstenen gevonden worden. De
meeste dateren uit het Paleozoïcum. Vooral de perioden
Ordovicium en Siluur zijn goed vertegenwoordigd. De kalkstenen
vallen door hun lichte kleuren vrij makkelijk te herkennen en zijn
met de hamer ook vrij makkelijk te splijten. Deze kalkstenen zijn
een ‘Fundgrube’ voor de fossielenverzamelaar.
Denemarken is misschien nog meer dan Duitsland het Walhalla voor
de stenenzoeker. Vrijwel alle eilanden bieden gelegenheid om
zwerfstenen te zoeken. Zeker, de stranden daar liggen er hier en
daar vol mee, maar ook in de talrijke zand- en grindgroeves is veel
avontuur te beleven op stenengebied.
Vooral het noorden van Jutland is van belang. Rondom de Limfjord
met zijn grillige kustlijnverloop en zijn talrijke eilanden, zijn langs de
steenstranden bijzonder veel zwerfstenen te vinden. Omdat Jutland
relatief dichtbij Noorwegen ligt, zijn daar vooral zwerfstenen uit het
Zuidnoorse Oslogebied te vinden.
Voor iedere zwerfsteenverzamelaar is het vinden van een
rhombenporfier of een larvikiet een 'must' om over de andere, nog
zeldzamere gesteentetypen maar te zwijgen. Eerder gold bij verzamelaars wel dat als
in de verzameling een rhombenporfier nog ontbrak, men niet mee telde.
"Nog maar even doorzoeken", hoorde men dan wel eens opmerken.
Rhombenporfier is een zeer opvallend vulkanisch gesteente uit het Oslo-gebied in Zuid-Noorwegen. |
Foyaiet is een bijzonder zeldzame nefeliensyeniet uit Zuid-Noorwegen. In Noord-Jutland zijn ze meer te vinden. |
Uit het Oslogebied in Zuid-Noorwegen zijn in de ijstijd een groot
aantal heel bijzondere zwerfsteensoorten zuidwaarts
getransporteerd. Op de steenstranden in Noord-Jutland is het
verzamelen daarvan een belevenis. De zwerfstenen uit dat gebied
zijn zo interessant omdat ze een bijzondere mineralogische
samenstelling bezitten en mondiaal gezien erg zeldzaam zijn.
Sommige soorten komen alleen in Zuid-Noorwegen voor. Het bezit
van een paar van die zeldzaamheden maakt iedere stenenverzameling
interessant.
Wat komt er na het zoeken en het vinden?
Om bij het zoeken in ons land en daarbuiten een beetje wegwijs
in de gevarieerde zwerfsteenwereld te worden is kennis van
zwerfstenen en in het bijzonder van gesteenten belangrijk. Die
kennis komt niet aanvliegen. Om het herkennen en benoemen van
een gevonden steen makkelijker te maken zijn hieronder een groot
aantal foto’s geplaatst. Van de meest voorkomende
zwerfsteensoorten zijn meerdere typen afgebeeld.
In de beschikbare zwerfsteenliteratuur wordt vaak gesproken over
‘kristallijne en sedimentaire zwerfstenen’, alsof beide zeer specifieke
groepen zijn. In zekere zin is dat ook zo.
Het begrip ‘kristallijn’ heeft betrekking op alle zwerfstenen die
opgebouwd zijn uit kristallen, meestal van verschillende mineralen.
Hieronder rekent men niet alleen granieten, diorieten, porfieren e.d.
maar ook schisten, gneizen en migmatieten, allemaal magmatische
en metamorfe gesteenten dus.
Sedimentaire gesteenten daarentegen en dan met name de soorten
die onder de zwerfstenen zijn vertegenwoordigd, zijn meestal
opgebouwd uit afbraakproducten van kristallijne gesteenten. Zandsteen
en conglomeraat zijn hiervan bekende voorbeelden.
Onder dit hoofstukje kunt U op één van de voorkomende zwerfsteengroepen klikken.
De indeling maakt het herkennen van de gevonden zwerfstenen
overzichtelijker en daardoor wellicht iets makkelijker. Desondanks is het
goed om te beseffen dat de variatierijkdom onder zwerfstenen bijzonder
groot is. Het vinden van twee identieke zwerfsteensoorten is niet makkelijk.
Veel succes met het determineren.