Afwijkende weergave

Op dit moment wordt er gewerkt aan het geschikt maken van de website voor tablets en mobiele apparaten. Het kan zijn dat de weergave hier en daar nog niet optimaal is. Wij vragen daarvoor uw begrip.

 

 

 

De rapakivigebieden in Zweden en Finland vormen geïsoleerde granietlichamen temidden van het oudere Precambrische grondgebergte. De rapakivivoorkomens zijn zo groot dat men sommige als batholieten beschouwt, hoewel hier wel iets op af te dingen valt.

 

 

 

De vorming van de massieven vond hoogstwaarschijnlijk plaats door

een aantal opeenvolgende magma-intrusies op een relatief hoog niveau in de aardkorst.

Hierbij zijn grote delen van het bedekkende aardkorstgesteente dat

voornamelijk uit gneis bestond door rekverschijnselen weggezakt. In deze

instortingscaldera’s vormde opstijgend magma min of meer horizontale,

plaatvormige intrusielichamen, die na verloop van tijd tot

rapakivigraniet kristalliseerden. Dit mechanisme heeft zich in de

centrale delen van de grotere rapakivimassieven meer dan eens

herhaald.


 

 

Rapakivimassieven_1
De rapakivigebieden zijn in oranje aangegeven. De cijfers 1 t/m 7 geven de tot dusver belangrijkste rapakivigebieden in Finland weer. Uit de gebieden 1,2,3 en 5 zijn in ons land zwerfstenen te verwachten. Het Noord-Baltische rapakivigebied (6) zou ook zwerfsteenrapakivi's geleverd kunnen hebben. Inmiddels bestaan hier duidelijke aanwijzingen voor.

 
 

 

Hoewel de gesteenten in de rapakivimassieven vrijwel allemaal van granietische samenstelling zijn, zijn

deze zeker niet overal gelijk, integendeel. Er is sprake van een hoofdtype

dat de grote massa van het massief vormt, met daarnaast een aantal

typen met een afwijkende structuur. Dit kunnen porfierische

biotietgranieten zijn, middelkorrelige en gelijkkorrelige

rapakivigranieten en porfieraplieten en zelfs rapakivi's die er uit zien als vulkanieten.

 

 

Binnen deze ondersoorten zijn ook weer een aantal varianten te

onderscheiden. Het zijn weliswaar allemaal rapakivi’s, maar ze

wijken nogal van het hoofdtype af en ook onderling zijn de

structuurverschillen soms aanzienlijk. De variatie onder

rapakivigesteenten maakt het voor verzamelaars, zeker in het

begin, moeilijk om een kristallijne, roodachtige zwerfsteen als

rapakivi te herkennen.


 

 

Viborgiet_-_Torsby_Viborg_Finland Rapakivi_van_Katinhanta_-_Laitila_Finland

Viborgiet - Torsby, Viborg, Finland.

In de grote rapakivigebieden komt naast een hoofdtype vaak een reeks andere rapakivigranieten voor. De grootste massieven hebben als hoofdtype een viborgiet, een rapakivigraniet met ronde kaliveldspaatovoïden omgeven door een mantel van plagioklaas.

Pyterlietische laitilarapakivi - Katinhanta, Laitila, Finland.

In de kleinere massieven als die van Laitila en Vehmaa in Zuidwest-Finland ontbreken duidelijk ontwikkelde Viborgieten. Meestal vinden we daar een rapakivitype met ovoïden waaraan de plagioklaasmantel veelal ontbreekt. Deze typen worden doorgaans pyterlietische viborgiet genoemd omdat ze naast biotiet vrij veel hoornblende bevatten.

Porf._rapagraniet_van_Reposaari_-_Siikarnt_Finland Botnische_granofiergraniet_-_Zuid_van_Tuorila_Finland

Porfierische rapakivigraniet van Reposaari - Siikaräntä, Reposaari, Zuidwest-Finland.

In een aantal kleine rapakivigebieden in Finland is het belangrijkste rapakivi-type ontwikkeld als een porfierische (biotiet) rapakivigraniet.

Botnische granofiergraniet - Zwerfsteen zuidelijk van Tuorila, ZW-Finland.

Op de bodem van de Botnische Golf zijn rapakivimassieven aangetoond. Niet duidelijk is hoe groot ze zijn en welke gesteentetypen daarin karakteristiek zijn. Aan de westkust van Finland komen talrijke zwerfstenen voor van rode, bruinrode en ook bonte granofiergranieten. Ze zijn afkomstig uit een van de onderzeese rapakivigebieden in de Botnische Golf. Of hiervan ook zwerfstenen in ons land gevonden zijn, is niet duidelijk.

 


 

Duidelijk is dat het hoofdtype in alle rapakivimassieven het oudst

is, dus het eerst is ontstaan. De andere variëteiten zijn jonger.

Ze wijken door hun korreling en structuur dusdanig van het

hoofdtype af, dat ze makkelijk van deze zijn te onderscheiden.

Ze vormen met hun scherpe overgangen, intrusielichamen van

verschillende grootte en vorm binnen het eigenlijke rapakivimassief.

 

 

Afwijkende rapakivitypen met een vergelijkbaar uiterlijk komen voor

in alle grotere rapakivimassieven. De gelijkenis gaat soms zo

ver dat het onmogelijk is de gesteenten uit sommige massieven

van elkaar te onderscheiden. Voor de zwerfsteenverzamelaar is

deze wetenschap voornamelijk van academische waarde. Onze

zwerfstenen zijn in overgrote meerderheid afkomstig van het

rapakivigebied van Åland en van het nabijgelegen massief

van Kökar. De kans op het vinden van een rapakivigraniet uit een

massief op het Finse vasteland of in Zeden is in verhouding minder groot.
 

 

 

Fjlskar_rapakivi_-_Mossala_Fjlskar_Finland Porf._rapagraniet_-_Siipyy_Finland

Porfierische rapakivigraniet van Fjälskar - Mossala, Fjälskar, Zuidwest-Finland.

Fjälskar is een klein rapakivimassief aan de westkust van Finland. Het hoofdgesteente is ontwikkeld als een roodachtige porfierische biotietgraniet met talrijke opvallende, blauw-grijs gekleurde, gezoneerde kwartseerstelingen.

Porfierische biotietrapakivigraniet - Siipyy, Zuidwest-Finland.

Op de foto is het belangrijkste type rapakivigraniet afgebeeld dat voorkomt in het kleine rapakivigebied van Siipyy in Zuidwest-Finland.

Kkarrapakivi_-_Haddorf_Dldjpg Gelijkkorrelige_Biotietrapakivi_-_Ellertshaar_Drjpg
Porfierische rapakivigraniet van Kökar - Zwerfsteen van Haddorf (Dld.). Gelijkkorrelige biotietrapakivigraniet (hagagraniet) - Zwerfsteen van Ellertshaar (Dr.).

 
 

 

De scherpe overgangen tussen elkaar begrenzende rapakivigesteenten

zijn een bewijs dat de kristallisatie van het magma binnen het rapakivimassief niet

alleen lange tijd heeft geduurd, maar ook dat de vorming ervan

in fasen is verlopen. De latere intrusies vonden plaats toen

de hoofdmassa al vast geworden was.

 

 

Soms volgden de magma-intrusies elkaar zo snel op dat het

vastworden van de ene intrusie nog niet voltooid was, toen de volgende

intrudeerde. In de massieven komen rapakivigranieten naast elkaar

voor die heel geleidelijk in elkaar over gaan. Dit is o.m. het geval

bij de Prickgraniet in het Vehmaa-massief in Zuidwest-Finland.

Deze rapakivigraniet met zijn karakteristieke zwarte biotietspikkels gaat

zonder merkbare overgang over in de gewone porfierapliet, doordat

de biotietvlekjes verdwijnen. Beide varianten zijn blijkbaar kort na

elkaar ontstaan, ondat ze op de grensvlakken niet van elkaar te

scheiden zijn.


 

 

Prickgraniet_2_-_Emmerschans_DldJPG Porfierapliet_van_Laitila_-_Neuenkirchen_Dldjpg
Porfieraplietische rapakivigraniet (Prickgraniet) - Zwerfsteen van Emmerschans (Dr.). Porfieraplietische rapakivigraniet van Laitila - Zwerfsteen van Neuenkirchen (Dld.).


 

Het contact van het rapakivimagma met het omgevende gesteente

heeft op talrijke plaatsen ook geleid tot afwijkende structuurtypen.

De lagere temperatuur van het omringende grondgebergte bracht

een soort ‘chill-effect’ teweeg. Als gevolg daarvan is de rapakivigraniet in

de randzones vaak ontwikkeld als een porfierische graniet waarin

ovoïden ontbreken. 

 

 

Porfirische_biotietrapakivi_-_Sellingerbeetse_Grjpg Finseporfiergraniet_-_Ellertshaar_DrJPG
Porfierische biotietrapakivigraniet (pyterliet) - Zwerfsteen van Sellingerbeetse (Gr.). Porfierische rapakivigraniet van Laitila - Zwerfsteen van Ellertshaar (Dr.).

 


 

De afkoelingseffecten langs contactzones leidden in sommige

gevallen tot de vorming van granietporfieren en hier en daar

zelfs tot kwartsporfieren. Deze laatste hebben weliswaar het

uiterlijk van echte vulkanieten, maar zijn subvulkanisch ontstaan.

Alandgranietporfier en Alandkwartsporfier zijn hiervan goede

voorbeelden.
 

 

 

Alandgranietporfier_-_Kasseedorf_DldJPG Alandkwartsporfier_-_Groningen
Alandgranietporfier - Zwerfsteen van Kasseedorf (Dld.). Alandkwartsporfier - Zwerfsteen van Groningen.

 
 

 

Op een aantal plaatsen lijkt sprake geweest van vulkanisme, waarbij

rhyolieten en rhyolitische ignimbrieten zijn ontstaan, al is dit bepaald niet zeker. Zo is op Aland, op het eiland Blaklobben een

zeer klein voorkomen bekend waar een ignimbriet-achtige rapakivi als sliertige

kwartsporfier ontwikkeld is. Het chocoladebruine tot bruin-rode

gesteente is aan zijn talloze ronde kwartsen makkelijk als

Alandkwartsporfier te herkennen. In de dichte grondmassa zijn

talrijke lichter getinte slierten, vlekken en vegen aanwezig. Deze doen aan fiamme van echte ignimbrieten denken.

Hoewel deze kwartsporfier aan een ignimbriet, dus aan een vulkaniet, doet denken, is dit laatste hoogstwaarschijnlijk niet het geval. De typische structuur met strepen, vlekken en langwerpige vegen, zal eerder ontstaan zijn als gevolg van magmatische stroming.

 

 

Ook op het eiland Hogland in de Finse Golf komen een paar

kwartsporfirische rapakivi’s voor. Deze varianten zijn van

vulkanische oorsprong. Het vulkanisme op Hogland was verbonden

met het grote rapakivigebied van Viborg in Zuid-Finland. Tenslotte is het bekende zwerfsteentype rode Oostzeekwartsporfier onbetwist van vulkanische oorsprong. Het gesteente is veelal als een typische ignimbriet of een vulkanische breccie ontwikkeld. Het voorkomen van deze porfier op de Oostzeebodem zuidoostelijk van Aland, is gekoppeld aan de Noordbaltische rapakiviplutoon. Het is jammer genoeg onmogelijk gesteenten hiervan te bemonsteren, aangezien deze nergens boven water uitsteken. Dat uit het Noordbaltische rapakivigebied zwerfstenen in ons land voorkomen, wordt inmiddels vrij algemeen aangenomen. Bepaalde rapakivigranieten en ook bruine baltische kwartsporfier zijn samen met rode Oostzeeporfier waarschijnlijk afkomstig van dit massief.
 

 

 

Hogland_kwartsporfier_-_Hogland_Rusland Hogland_kwartsporfier_2_-_Hogland_Rusland

Hoglandkwartsporfier - Hogland, eiland in de Finse Golf.

De rapakivigesteenten op het eiland Hogland behoren tot het Viborggebied. Hoewel regelmatig zwerfsteenvondsten gemeld worden die als Hoglandkwartsporfier gedetermineerd worden, is het nauwelijks aan te nemen dat gesteenten uit dit oostelijk gelegen gebied in ons land zijn terecht gekomen.

Hoglandkwartsporfier - Hogland, eiland in de Finse Golf.

Hoglandporfieren zijn splinterig brekende, harde kwartsporfieren. 

 
 

 

Duidelijk is dat het rapakivimagmatisme met zijn opeenvolgende

intrusies vooral bij de grotere massieven lange tijd in beslag

heeft genomen, waarschijnlijk miljoenen jaren. Hierbij is een

groot aantal rapakivigesteenten ontstaan die qua uiterlijk en soms ook in

mineralogische samenstelling aanzienlijk van elkaar verschillen.




 

 

 

© 2010-heden Kijkeensomlaag.nl
Flag Counter