Gneis is een metamorfe gesteente. Gneis ontstaat meest op grote diepte in de aardkorst onder hoge, gerichte druk en bij een verhoogde temperatuur uit andere gesteenten. Gneis komt net als graniet onder noordelijke zwerfstenen bijzonder veel voor.
Gneizen vertonen allerlei graden van gestreeptheid. Gneizen met een
lichte mate van gerichtheid van de mineralen, zoals hieronder afgebeeld,
noemt men gneisgraniet (= gneisachtige graniet).
De samenstellende mineralen in gneisgraniet zijn net als in de meeste
gneizen evenwijdig aan elkaar gerangschikt, maar veel minder duidelijk.
Gneisgraniet maakt daarom een zwak gestreepte indruk. Daaraan is
dit zwerfsteentype makkelijk te herkennen.
De variatie in kleur, samenstelling en structuur onder gneizen en
gneisgranieten is bijzonder groot. Geen steen is gelijk aan de ander.
Gneisgraniet - Zwerfsteen van Groningen. Het gesteente maakt door korte en langere biotietslierten een licht gneisachtige indruk. Het gesteente is enigszins geplooid. |
Gneisgraniet - Zwerfsteen van Emmerschans (Dr.). Het gneisgranietische karakter van deze zwerfsteen blijkt uit de zwakke parallelle rangschikking van de mineralen. |
Tweeglimmergneisgraniet - Zwerfsteen van Emmerschans (Dr.). De mineralen - vooral de glimmersoorten muscoviet en biotiet - in deze tweeglimmergneisgraniet zijn zwak parallel geöriënteerd. |
De meeste gneisgranieten bestaan uit dezelfde mineralen als in graniet:
veldspaat (kaliveldspaat en plagioklaas), kwarts en biotiet. Daarnaast
kunnen nog andere mineralen aanwezig zijn, meest in ondergeschikte
hoeveelheden.
Gneisgranietisch type Bohuslangraniet, een gidsgesteenten uit het zuidwestelijke kustgebied in Zweden - Zwerfsteen van Gaarkeuken (Gr.). | Gneisgraniet - Zwerfsteen van Nijbeets (Fr.). Het gesteente vertoont een zwakke parallelstructuur. |
Hieronder staan een aantal verschillende typen gneisgraniet
afgebeeld.
Gneisgranieten uit de keileem van Groningen |