Breccies zijn gesteenten die aan conglomeraat doen denken, vooral als er gesteentebrokstukjes in aanwezig zijn die enigszins zijn afgerond. Toch zijn de meeste breccies niet moeilijk van conglomeraat te onderscheiden. Breccies bevatten geen afgeronde kiezels, maar zijn samengesteld uit kleine en grotere, hoekige gesteentefragmenten. Afhankelijk van de bron of herkomst van deze gesteentefragmenten zijn breccies eenkleurig of ze zijn uitgesproken bont van kleur.
Breccies ontstaan door fysische verwering van gesteenten in
bergachtige gebieden. Bergen zijn onderaan vaak bedekt met
puinhellingen. Deze bestaan uit een massa grote en kleine
gesteentebrokken die door verwering hogerop in het gebergte
naar beneden gevallen zijn.
Rhyoliet-breccie - Zwerfsteen van Groningen. Het gesteente bevat talrijke brokstukjes van rhyoliet. Bovenaan is een scherf van graniet te zien, omgeven door een groene reactierand. Het gesteente is enigszins metamorf beïnvloed. |
Kwartsiet-breccie - Zwerfsteen van Werpeloh (Dld.). Scherpkantige fragmenten van kwartsiet zijn gevat in een dichte kiezelige grondmassa. De kwartsiet was oorspronkelijk een zandsteen. |
Temperatuurswisselingen veroorzaken spanningen in gesteenten,
waardoor deze langzamerhand uiteen vallen. Ook het bevriezen
van water maakt dat gesteenten in gebergten verweren. De vorming
van ijs in scheuren en spleten in het gesteente veroorzaakt een
enorme druk, waartegen op den duur geen gesteente bestand is.
Losgewerkte brokken vallen naar beneden, waarbij ze onderweg
door botsingen vaak in talloze kleinere stukken uiteen spatten. De
brokstukken komen vervolgens onderaan de helling tot rust. Bij
verkitting van het losse materiaal ontstaan daaruit breccies. Men
noemt ze ‘exogeen’ omdat ze aan de aardoppervlakte gevormd worden.
Exogene breccies komen onder zwerfstenen weinig voor. De
bekendste zijn die van vuursteen. De scherpe vuursteenbrokjes
en splinters zijn gevat in een wit-kiezelige matrix. Vuursteenbreccies
ontstaan o.m. door het instorten van dolines in krijt- en kalkgesteenten,
waarbij de grote knol- en plaatvormige concreties van vuursteen naar
beneden vallen en elkaar versplinteren.
Vuursteen-breccie - Zwerfsteen van Werpeloh (Dld.). Hoornsteen-achtige vuursteenbrokken en dito splinters zijn verkit door een troebel witte, korrelige vuursteenmassa. |
Vuursteen-breccie - Zwerfsteen van Horne Naes, Fünen (Dk.). De vuursteensplinters vormden tezamen een vuursteenknol die door het oplossen van kalkgesteente in een instortings doline door neerstortend gesteente werd versplinterd. |
Naast exogene breccies bestaan er ook endogene breccies. Als
zwerfsteen zijn ze niet zeldzaam. Ze ontstaan door spanningen in
de aardkorst zoals bij aardbevingen, vandaar dat men deze gesteenten
ook wel tektonische breccies noemt. Ze worden gevonden in allerlei
stadia van verbrijzeling, sommige zo sterk dat ze mylonieten vormen.
De enorme krachten veroorzaken dat gesteenten vaak langs betrekkelijk
smalle zones diep in de ondergrond in meer of mindere mate
verbrijzelen en versplinteren. De brokstukken lijken wel legpuzzelstukjes,
omdat het gesteenteverband niet helemaal verdwenen is. Het kitmiddel
is meestal een dichte kiezelvariëteit of bestaat uit kristallijne kwarts.
Tektonische breccie - Zwerfsteen van Gasselternijveen (Dr.). Spanningen in de aardkorst hebben deze roodachtige kwartsiet gebroken. De scheuren zijn naderhand door witte secundaire kwarts opgevuld. |
Tektonisch breccie - Zwerfsteen van Gasselternijveen (Dr.). De harde kwartsiet is in talloze fragmenten gebroken. Hier en daar is sprake van vermaling van het gesteente (mylonitisatie). Scheuren en gesteentegruis zijn naderhand door kiezel verkit en door ijzerverbindingen rood gekleurd. |
Tektonische breccie - Zwerfsteen van Gasselternijveen (Dr.). De scheuropvullingen zijn rood gekleurd door ijzerverbindingen |
Tektonische breccie - Zwerfsteen van Gasselternijveen (Dr.). De oorspronkelijk kwartsitische zandsteen is door metamorfose in harde kwartsiet omgezet. Vervolgens is het gesteente langs een smalle zone door spanningen in de aardkorst in talrijke fragmenten gebroken. De gesteentefragmenten zijn naderhand door secundaire kiezel aaneen gekit. |
Rhyoliet is een vulkanisch gesteente met de samenstelling van graniet. Het gesteente is door tektonische oorzaken onderaards versplinterd en naderhand weer aaneen gekit. Zwerfsteen van Neuenkirchen (Dld.). |
Tektonische breccie (myloniet) - Zwerfsteen van Haddorf (Dld.). Soms gaat de verbrijzeling zo ver dat het oorspronkelijke gesteenteverband geheel verloren is gegaan. Alleen aan de grootste fragmenten is te zien dat het om een helleflint gaat. In dit geval kan gesproken worden van een kataklasiet. |
Sedimentaire breccie - Zwerfsteen van Ees (Dr.). Het gesteente duidt men ook wel aan als exogene breccie. Dergelijke gesteenten ontstaan meest aan de voet van gebergten uit opeengehoopte, scherpkantige fragmenten van, in dit geval, een aantal verschillende gesteentesoorten. De fragmenten zijn ' verpakt' in een fijnzandige matrix die door hematiet rood gekleurd is. |
Een derde groep breccies is die welke gevormd wordt door het
omhoog komen en het indringen van magma in andere bestaande
gesteenten. Via spleten en scheuren werkt het magma onder
hoge druk delen van het omgevende gesteente los, waarbij de
gesteentefragmenten voor een deel in het magma wegzakken.
Dergelijke gesteenten noemt men intrusiebreccies.
Intrusie-breccie - Zwerfsteen van Sassnitz, Rügen (Dld.). In de grijze graniet 'zweven' donkere brokstukken van een dioritisch gesteente. Ze zijn door het granietmagma uit het omringende gesteente losgewerkt en opgenomen. |
Zwerfstenen van vulkanische breccies komen vooral voor onder
zwerfstenen uit het Oslogebied in Zuid-Noorwegen. Ze zijn ontstaan
bij hevige vulkaanuitbarstingen in het Vroeg-Perm, waarbij brokstukken
van omringende gesteenten meegevoerd en opgenomen worden. Dat
kan in de kraterpijp plaatsvinden, maar ook buiten het eigenlijke
vulkaanlichaam in pyroklastische stromen. Daarnaast kunnen taaie lava's
breccies vormen. De lava stroomt zo langzaam dat een deel al gestold is,
dat vervolgens verbrokkelt, waarbij de gestolde fragmenten in de nog
vloeibare lava wordt opgenomen.
Vulkanische breccie - Zwerfsteen van Haddorf (Dld.). De hoekig afgeronde gesteentefragmenten zijn van een aantal verschillende rhyoliettypen. Ze zijn gevat in een dichte, harde porfierachtige massa. Dit gesteente is van ignimbritische oorsprong. |
Vulkanische breccie - Zwerfsteen van Werpeloh (Dld.). Het gesteente bestaat uit grote en kleinere fragmenten van een porfier. Een andere naam voor het gesteente is agglomeraat. |
Vulkanische breccie - Zwerfsteen van Ellertshaar (Dr.). Het gesteente is opgebouwd uit hoekige fragmenten van voornamelijk rhyoliet (kwartsporfier). Het gestente is van ignimbritische oorsprong. De steen is een variant van de Rodeoostzeekwartsporfier. |
Bordvikakwartsporfier - Zwerfsteen van Börger (Dld.). Een vulkanische breccie van ignimbritische oorsprong, tevens gidsgesteente, afkomstig uit het Oslo-gebied in Zuid-Noorwegen. Het gesteente staat ook bekend als Drammenkwartsporfier. |
Vulkanische breccie met voornamelijk afgeronde brokstukken van verschillende rhombenporfiertypen. Het ignimbritisch gesteente is afkomstig uit het Oslo-gebied in Zuid-Noorwegen. Zwerfsteen van Voera - Sandefjord, Zuid-Noorwegen. |
Vulkanische breccie - Zwerfsteen van Ellertshaar (Dr.). Het door verwering gebleekte gesteente bevat talloze hoekig afgeronde fragmenten van kwartsporfiertypen. Bovenaan is een brokstuk zichtbaar van Bruinekwartsporfier met een drietal rondachtige kwartseerstelingen. |
Vulkanische breccie - Zwerfsteen van Lathum (Gld.). Het gesteente is een sterk breccieuse variant van de Rodeoostzeeporfier. Het gesteente is louter opgebouwd uit fragmenten van verschillende typen kwartsporfier en paleobasalt en fijnkorrelige (porfirische) diabaas. |
Detail van vorige foto met een fragment van Bruinekwartsporfier. Opvallend zijn de rondachtige donkergekleurde kwartseerstelingen. Enkele ervan vertonen corrosieverschijnselen. Dit type kwartsporfier is alleen bekend uit de Rodeoostzeeporfier. Vermoedelijk vormt het gesteente op de bodem van de Oostzee een zelfstandig voorkomen in de nabijheid van of in samenhang met Rodeoosteeporfier. |
Grote meteorieten kunnen ook breccies vormen. Deze noemt men
inslagbreccies. Bij het inslaan van een grote meteoriet wordt in
een fractie van een seconde alle bewegingsenergie omgezet in
warmte. Meteoriet en het gesteente op de inslagplek verdampen.
In een zone eromheen verbrijzeld het gesteente waarbij gesteente-
breccies ontstaan. Inslagbreccies zijn dikwijls moeilijk van
vulkanische gesteenten te onderscheiden. Zwerfstenen zijn
uitermate zeldzaam. Bij Werpeloh in het Emsland is een exemplaar
gevonden die waarschijnlijk afkomstig is uit Zuid-Zweden.
Inslagbreccie, ook wel impactiet genoemd - Zwerfsteen van Werpeloh (Dld.). In de groenzwarte dichte, glasachtige massa steken talrijke kleine en iets grotere gesteentefragmenten. Het gesteente ontstond in Zuid-Zweden bij de inslag van een grote meteoriet. Wanneer is niet bekend. Het zou om een zogenoemde Mieniet kunnen gaan, afkomstig van de Miensee in Zuid-Zweden, maar zeker is dit allerminst. Het gesteente bevat nogal veel fijnverdeelde magnetiet, hetgeen ongewoon is bij Mienieten. Het gesteente is met zekerheid als een impactiet herkend. |