Amfibolieten zijn metamorfe gesteenten. Net als bij gneizen zijn de minerale bestanddelen (vaak) evenwijdig gerangschikt. Amfibolieten hebben dus vaak een gestreept uiterlijk. Aan de gerichtheid van de mineralen zijn amfibolieten het makkelijkst te herkennen, niettegenstaande het feit dat amfibolieten ook richtinglooskorrelig kunnen zijn. Dergelijke zwerfstenen zijn met het blote oog moeilijk of niet van gabbro's te onderscheiden.
Om een zwerfsteen amfiboliet te mogen noemen moet tenminste
een derde van het gesteente uit donkere mineralen (amfibool) bestaan.
Bij een geringer percentage spreken we van hoornblendegneis.
Amfibolieten komen als zwerfsteen vrij veel voor. De zwart/wit gestreepte gesteenten zijn door metamorfose ontstaan uit gabbro's, diabazen, basalten e.d. | Een typisch gestreepte amfiboliet, zoals die door zwerfsteenliefhebbers het makkelijkst is te herkennen. Overheerst het witte mineraal plagioklaas (meer dan 2/3) dan spreken we van hoornblendegneis. |
Amfibolieten zijn vrij algemeen voorkomende zwerfstenen die opvallen
door hun zwarte/zwartgroene en witte gestreeptheid . Het donkere
mineraal is voornamelijk amfibool. Dit mineraal is onder
zwerfsteenliefhebbers beter bekend als hoornblende. Amfibolen
vormen een groep ijzer- en magnesiumrijke mineralen waarvan hoornblende er een is.
Het witte mineraal is plagioklaas. Aan de buitenzijde van de zwerfstenen
kleurt deze veldspaat fraai wit. Bij stenen uit het keizand of als
akkervondst is van plagioklaas vaak nog maar weinig te bespeuren.
Het mineraal is vrijwel volledig opgelost, waardoor de stenen een ruw
oppervlak bezitten. Sterk verweerde amfibolieten ogen ook veel zwarter.
Kwarts komt in amfibolieten niet of nauwelijks voor, in tegenstelling
tot het mineraal granaat dat in het gesteente vaak in de vorm van
talrijke kleine korreltjes voorkomt. De roodachtige kleur van de
granaatkorreltjes maakt dat granaatamfibolieten van enige afstand
soms een bruinrode kleurwaas vertonen. Met de loep zijn de
afzonderlijke granaatjes heel goed te zien.
In veel gevallen vormen granaten grotere aggregaten. De rode grillig
gevormde vlekken kunnen centimeters groot zijn. Een bijzonder fraaie
granaatamfiboliet werd in Winterswijk in de keileem gevonden
(collectie Fred Bos). De steen bevat granaataggregaten tot 7cm doorsnede!
Groene epidoot en donkergroene chloriet vergezellen regelmatig de
hoofdbestanddelen van amfiboliet. Ze veroorzaken vaak een
groenkleurig, vooral aan de verweerde buitenzijde van de steen. Ook
biotiet is meestal aanwezig. De zwarte glimmerblaadjes verweren vaak
goudglanzend. Op doorslag is dit meestal goed te zien. Sommige
amfibolieten wekken daardoor de indruk 'goud' te bevatten.
Granaatamfiboliet - Horne Naes, Fünen (Dk.). Granaten komen vaak voor in amfibolieten. De roodachtige vlekken zijn meestal aggregaten van granaatkristallen. Welke granaatsoort aanwezig is, valt met het blote oog niet uit te maken. Het witte mineraal in de steen is plagioklaas, het zwarte is hoornblende. | Granaatamfiboliet - Winterswijk. Een prachtige grote zwerfsteen met grote, grillig gevormde aggregaten van granaat. Alle granaatopeenhopingen zijn omgeven door een donkere rand van amfibool. Waarschijnlijk is dit gesteente bij het opstijgen in de aardkorst door drukafname uit een eklogiet is ontstaan (retrograde metamorfse). |
Veel amfibolieten zijn door processen in de aardkorst door omzetting
uit gabbro's, diabazen en andere basaltische gesteenten ontstaan.
De ijzerrijke donkere mineralen (pyroxenen) die samen met plagioklaas
deze gesteenten samenstellen, zijn door wateropname omgezet in
sterk vezelige groenzwarte hoornblende. Gebergtevormende krachten
in de aardkorst zijn verantwoordelijk voor de gestreeptheid of de
paralelle rangschikking van de mineralen. De gestreeptheid van
amfibolieten is zeer variabel.
Amfiboliet (metabasalt) van Groningen. Het gesteente is door metamorfose ontstaan uit een porfierische basalt. Basalt is een ijzerrijk vulkanisch gesteente. De donkere vlekken in het gesteente zijn van amfibool (oeraliet). Oorspronkelijk waren dit kristallen van pyroxeen (augiet). In het gesteente is een zwakke parallelle oriëntatie van de mineralen zichtbaar, die van linksboven naar rechtsonder verloopt. |
Amfibolieten ontstaan niet alleen uit basische stollingsgesteenten,
onder bepaalde omstandigheden kunnen ze ook uit ultra-metamorfe
gesteenten als eklogiet ontstaan. Nog zeldzamer zijn amfibolieten
die door metamorfose uit mergelige kleigesteenten zijn ontstaan.
Deze amfibolieten bevatten doorgaans geen hoornblende, maar een
andere amfiboolsoort, nl. gedriet.
Amfibolieten uit het keizand van het Balloërveld bij Rolde (Dr.) | Amfibolieten uit de keileem van de Hondsrug bij Gieten (Dr.) |
Amfibolieten uit de keileem van de noordelijke Hondsrug in Groningen | Amfibolieten uit de keientuin in Borger (Dr.) |