In de keientuin bij het Hunebedcentrum in Borger liggen op

een beperkte oppervlakte tienduizenden zwerfstenen.

Groot en klein liggen ze daar zonder enige regelmaat naast

elkaar. Immers, toen het landijs uit de voorlaatste ijstijd verdwenen

was lagen deze keien weliswaar vaak minder in getal, maar net zo

chaotisch door elkaar als nu in de tuin het geval is.

 

Langs en opzij van de paden in de keientuin zijn vooral de grotere

stenen van belang omdat zij door hun omvang meer opvallen als men

er langs wandelt.

 

Een aantal van de grote keien is interessant door een opvallende kleur

en/of structuur of omdat de steen een bijzonder zeldzaam exemplaar

is. Sommige keien hebben een toegevoegde waarde omdat het

gidsgesteenten zijn. Gidsgesteenten zijn zwerfstenen waarvan men

in Scandinavië het herkomstgebied heeft teruggevonden.

 

Op onderstaande foto's staan een aantal van deze keientuinstenen

afgebeeld.

 

Door op de foto te klikken wordt de foto van de steen vergroot

weergegeven.

 

 

Alandrapakivi_verweerd_oppervlak Alandrapakivi_3_-_Gieten_Drjpg Alandrapakivi_porfieraplitisch De drie stenen, hier links afgebeeld, zijn alle drie Alandrapakivi's. Het zijn roodkleurige granieten uit zuidwest Finland die gekenmerkt worden door  opvallende rondachtige vlekken, vaak met een witte rand. De onderlinge variatie van deze granieten is bijzonder groot. Als zwerfsteen komen ze erg veel voor, vooral in het Hondsruggebied.
Finsegranietporfier_met_spaarzame_eerstelingen De kei links is een bruine kleur- en structuurvariant van de Finsegranietporfier. Porfieren van deze naam zijn rapakivi's, maar dan ganggesteenten daarvan. Ze bezitten meestal opvallend grote rechthoekige eerstelingen van kaliveldspaat in een fijne microgranitische grondmassa.  Migmatietgneis_met_granietband_neosoom Migmatietgneis. Een sterk metamorf gesteente dat kilometers diep in de aardkorst bij hoge druk en temperatuur uit andere metamorfe gesteenten is ontstaan. Vaak wisselen kleurige banden, strepen en vegen elkaar in het gesteente af. De brede rode band dankt zijn kleur aan rode kaliveldspaat.

Rechts: Filipstadgraniet. Dit is een van de vele typen die als zwerfsteen voorkomen. De graniet is soms ietwat gneisachtig ontwikkeld, met als opvallend kenmerk rondachtige, witomrande veldspaten, die herinneren aan die van Alandrapakivi.

Filipstadgraniet komt voor in een groot gebied o.m. in Bergslagen, westelijk van Stockholm in Midden-Zweden.

Filipstadgraniet

Noordwestelijk van Stockholm ligt het voorkomen van de Upplandgraniet. Hiervan is Uppsalagraniet wel het bekendste type, ook onder de zwerfstenen. In het algemeen zijn Upplandgranieten, zoals hiernaast, hoornblenderijk en meest zwart/wit van kleur. Vaak bezitten ze xenolieten (insluitsels) van diorietisch gesteente. 

Upplandgraniet
Uppsalagraniet

Uppsalagraniet is een zwartwitte grof- tot middelkorrelige graniet met veel zwarte hoornblende, biotiet en lichtblauwe kwarts. Het gidsgesteente is afkomstig uit de buurt van de  stad Uppsala in Midden-Zweden.

In Oost-Drenthe uiterst zeldzaam, in West-Drenthe meer voorkomend. De witte veldspaat is merendeels plagioklaas. Kaliveldspaat speelt een onderschikte rol.

Arkose_ Arkose is een grofkorrelige tot conglomeratische zandsteen waarvan een groot deel van de zandkorrels uit veldspaat bestaan, meestal kaliveldspaat.  Ze zijn hiernaast als witte vlekjes in de steen zichtbaar. Arkose ontstaat uit de verweringsproducten van granietrotsen. De gesteenten zijn dicht bij de plaats van ontstaan gevormd.
Diabaasporfieren zijn donkerkleurige ijzerrijke gesteenten met dezelfe samenstelling als basalt. Diabaasporfier is echter veel grofkorreliger en porfirisch door de aanwezigheid van talrijke grote en kleinere eerstelingen van witverweerde plagioklaas. Diabaasporfier Biotietgranaatgneis is een ultrametamorf gesteente dat in feite een migmatiet is met opvallende roodachtige 'pitten'' van het mineraal granaat. Granaten zijn feitelijk edelstenen, maar die van hiernaast missen helaas alle kwaliteit. De lichtkleurige vegen in het gesteente zijn nieuwvormingen van kwarts en veldspaat. Biotietgranaatgneis_1
Oeralietporfier_met_gletsjerkrassen Oeralietporfiriet is in feite een porfirische paleobasalt, een gesteente van zeer hoge ouderdom, zoals de meeste Scandinavische gesteenten dat zijn. De van oorsprong porfirische basalt is door omzetting van minerale bestanddelen groenachtig van kleur geworden. De steen is door het landijs vlak geslepen. Vlekkenzandsteen__Jotnische_zandsteen Vlekkenzandsteen komt in het Hondsruggebied veel als zwerfsteen voor. Het zijn oude precambrische zandsteentypen die voor een belangrijk deel afkomstig zijn uit de zuidelijke Botnische Golf. De zandstenen zijn meest violetbruin, rood of oranjekleurig met vaak lichtkleurige of in dit geval roestige vlekken.
Conglomeraat is een verharde zandsteen met  grindstenen, een natuurlijk soort beton dus. Conglomeraten zijn als zwerfsteen zeer variabele gesteenten, met grote of kleinere grindstenen erin. Vaak zijn de kiezels verschillend van samenstelling. In de steen hiernaast bestaan ze allemaal uit kwarts of dichte kwartsiet, bruin gekleurd door ijzeroxide. Kwartsconglomeraat Migmatieten zoals hiernaast vormen een soort eindstadium in de metamorfose. De rekristalisatie van het gesteente is zover gevorderd dat de oorspronkelijke gneis omgezet is in een nieuw gevormd granitisch gesteente. Dergelijke migmatieten noemt men nebulieten, omdat  'door de mist'  (nebula=mist) nog net iets van de oorspronkelijke gneis te zien is. Nebulitische_migmatiet
Kwartsitische_zandsteen_met_gletsjerkrassen_Balkazandsteen Kwartsitische zandsteen. Gezien de dichte, fijnkorrelige structuur en de grijswitte kleur gaat het hier waarschijnlijk om een Balka-  of een Hardebergazandsteen uit het Vroeg-Cambrium. Het gesteente komt als vaste rots voor in het zuidoosten van het Deense eiland Bornholm, maar ook op een paar plaatsen in Zuid-Zweden. Hoornblendegabbro Gabbro is een zwaar, donker getint gesteente dat vooral uit ijzerrijke mineralen als pyroxeen en amfibool bestaat. Het witte mineraal in het gesteente is plagioklaas. De meeste gabbro's uit Scandinavië zijn precambrisch en daarom meestal omgezet in oeraliet- of hoornblendegabbro. De kleur van het gesteente wordt hierbij meer zwartgroen
Leptieten of leptietgneizen zijn metamorfe gesteenten die veelal ontstaan zijn uit vulkanische gesteenten. Ze zijn fijnkorrelig tot dicht. Op de foto rechts vormt de leptiet 'loszwemmende' brokken in een graniet. Men noemt deze insluitsels wel xenolieten. Xenoliet_van_leptietgneis_in_graniet Rode Jotnische zandsteen wordt dit type vlekkenzandsteen ook wel genoemd. Met het Jotnium duidt men een periode in het Precambrium aan van zo'n 1,5 miljard jaar geleden. In die periode zijn in Midden- en Noord-Zweden op uitgebreide schaal zandstenen gevormd. De rode kleur van de zandsteen wordt veroorzaakt door ijzerverontreinigingen. Het duidt op woestijnomstandigheden. Rode_Jotnische_zandsteen_met_drukbarsten_Vlekkenzandsteen
Onder-Cambrische_zandsteen_met_levenssporen Zandstenen met fossiele levenssporen zijn in Drenthe vrij algemeen te vinden. In de zandstenen vinden we van de dieren zelf niets terug. De meeste levenssporen zijn van Vroeg-Cambrische ouderdom. In de gelaagde zandsteen links zijn enkele verticale graafgangen van wormachtige? organismen zichtbaar. Links_graniet_rechts_pegmatiet Graniet met pegmatiet. Pegmatiet is het laatst gekristalliseerde deel van een granitisch magma. Hierbij vormen zich in de gloeiend hete waterige vloeistof (restmagma) grote kristallen van veldspaat en kwarts (rechts). Het gesteente dat ontstaat noemt men pegmatiet. Sommige pegmatieten zijn als schriftgraniet ontwikkeld.
Grijze Jotnische zandsteen met een duidelijk ontwikkelde gelaagdheid. Deze en andere typen Jotnische zandsteen komen voor een belangrijk deel uit de zuidelijke Botnische Golf tussen Finland en Zweden. De zandkorrels in de zandstenen zijn sterk verkit door kiezeluitscheiding in de poriën. Ze doen daardoor kwartsitisch aan. Kwartsitische_zandsteen_Grijze_Jotnische_zandsteen Migmatietgneis met een dictyonitische structuur laat een netstructuur zien van vaag begrensde lichtkleurige banden (nieuwvormingen). In deze steen is de oude geplooide gneis bovenaan zichtbaar, aan de onderzijde begrensd door twee horizontale banden van granitische samenstelling. Migmatiet_met_dictyonitische_structuur
Midden-Cambrische_zandsteen_Tessinizandsteen Tessinizandsteen is een zandsteentype dat afkomstig is uit de buurt van het Zweedse eiland Öland. Zwerfstenen ervan zijn in westbaltische zwerfsteengezelschappen niet zeldzaam. Ze zijn meest licht leverkleurig bruin, fijnkorrelig met daardoor een tamelijk glad buitenoppervlak. Tessinizandstenen bevatten soms vervellingsresten van trilobieten. Alandrapakivi_sterk_verweerd Sterk verweerde Alandrapakivi, zoals ze vaak gevonden worden langs en op de akkers. De rondachtige veldspaatkogels (ovoïden) bezitten hier een donkere verdiepte rand, veroorzaakt doordat de plagioklaas door verwering/oplossing is verdwenen. De kogels bestaan voornamelijk uit kaliveldspaat. Ze zijn vaak ommanteld door een dunne schil van plagioklaas.
Porfirische biotietgraniet. In het granitisch gesteente zijn talrijke tabletvormige kristallen te zien van kaliveldspaat. Men noemt deze eerstelingen. De kristallen waren al ontstaan toen het magma nog grotendeels vloeibaar was. Voortgaande afkoeling heeft vervolgens geleid tot verdere vastwording waardoor uiteindelijk een porfirische biotietgraniet is ontstaan. Porfirische_biotietgraniet_met_kaliveldspaatfenokristen Kwartsieten zijn bikkelharde, dichte kwartsgesteenten. Ze zijn door metamorfose uit zandstenen ontstaan. De oorspronkelijke zandkorrels zijn onder hoge druk en temperatuur vergaand gerekristalliseerd en daarbij vertand met elkaar vergroeid. De porieruimten tussen de zandkorrrels zijn hierdoor verdwenen. Het resultaat is een dicht glazig kwartsgesteente. Kwartsiet
Biotietgraniet Biotietgraniet is onder de Scandinavische zwerfstenen naast gneis en zandsteen een van de meest gevonden zwerfsteensoorten. Biotietgranieten hebben een sterk wisselend uiterlijk. Ze zijn opgebouwd uit kleurige kaliveldspaat, witverwerende plagioklaas, grijsachtige of rookkleurige kwarts, die soms ook lichtblauw kan zijn en zwarte biotiet. Adergneis_2 Adergneis is een migmatiet waarbij smalle lichtkleurige banden de biotietgneis in alle richtingen doortrekken. De strepen zijn ruimtelijk gezien plaatvormige lichamen. De banden bestaan in feite uit nieuw gevormde graniet. De bestanddelen ervan zijn bij hoge druk en temperatuur mobiel geworden en in de gneis via microporiën in spleten en scheuren terecht gekomen en daar gekristalliseerd.
Dalakwartsporfier is een dicht, hard vulkanisch porfiergesteente. In de zeer fijnkorrelige tot dichte grondmassa zitten talloze kleine donkergrijze spikkeltjes van kwarts en roodachtig getinte van kaliveldspaat. Kwartsporfieren worden maar zelden in deze grootte gevonden. De kei is afkomstig uit Midden-Zweden (Prov. Dalarna). Dalakwartsporfier Alandgranietporfier is een van de vele rapakivivarianten. Het gesteente is sterk porfirisch door de talloze grote en kleine eerstelingen van veldspaat. Verspreid in het gesteente komen rondachtige donkere kwartseerstelingen voor. Ze zijn als 'krenten' in het gesteente zichtbaar. Alandgranietporfier gaat onmerkbaar over in Alandkwartsporfier. Alandgranietporfier
Kwartsitische_zandsteen Kwartsitische zandsteen heten vrijwel al onze Scandinavische zwerfstenen van zandsteen in Drenthe, omdat de zandkorrels en de poriën daartussen met kiezel aan elkaar verkit en deels opgevuld zijn. De zandstenen zijn vaak dicht en hard. Een herkomst is meestal niet of moeilijk aan te geven. Porfirische_biotietrapakivi Porfirische biotietrapakivi van Kökar is een lichtkleurig opvallend grof- tot grootkorrelig, porfirisch granietgesteente. Naast grote eerstelingen van kaliveldspaat vallen daarnaast de rondachtige blauwgrijze kwartsen op. Het gesteente is afkomstig uit een rapakivigebied zuidoostelijk van de Aland-eilanden in Zuidwest-Finland.
Geplooide migmatietgneis. Op vele kilometers diepte in de aardkorst heersen extreme drukken bij vaak een hoge temperatuur. Statische druk alleen is niet voldoende. Eenzijdige druk bij gebergtevorming is voorwaarde dat gesteenten tot andere gesteenten metamorfoseren. Onder extreme omstandigheden gedragen gesteenten zich vaak ook plastisch. Plooiingen zijn het gevolg. Geplooide_migmatietgneis Biotietgranaatgneis. Een grijze migmatiet waarbij de brede banden en strepen lichtkleurige nieuwvormingen zijn van graniet. Ze doorsnijden de oude biotietgneis. Het gesteente is bijzonder rijk aan paarsrode granaten. De donkere kleur van de gneis wordt veroorzaakt door zwarte biotiet. Biotietgranaatmigmatiet
Halengraniet Halengraniet. Op het verweerde en daardoor gebleekte oppervlak zijn duidelijk talrijke, kleine, enigszins evenwijdig gerangschikte veldspaattabletjes zichtbaar van kaliveldspaat. Daartussen bevindt zich veel grijze kwarts en donkere biotiet.  Halengraniet is een gidsgesteente, afkomstig uit Zuid-Zweden. Granaatglimmergneis_2 Een prachtig lichtgrijze migmatitische gneis met opvallend grote paarsrode granaten, waarschijnlijk pyroop. De lichtkleurige banen en strepen zijn nieuwvormingen van granitische samenstelling. De meer grijze delen worden ingenomen door de  biotietrijke gneis. 
Grijswitte kwartsitische zandsteen van het type Balkazandsteen vertoont aan de buitenkant talrijke gebogen breuklijntjes. Het zijn drukbarsten die ontstaan zijn doordat de kei in het ijs met geweld tegen andere zwerfkeien of de onderliggende rotsbodem is gedrukt en daardoor beschadigingen heeft opgelopen.  Kwartsitische_zandsteen_met_drukbarsten Hoornblendegneis is een metamorf gesteente met strepen en vegen die voor een belangrijk gedeelte uit het donkergroenzwarte mineraal hoornblende bestaan. Daarnaast is plagioklaas en fijnverdeelde epidoot aanwezig. Hoornblendegneis
Migmatiet_Nebuliet Nebulitische graniet is een ultrametamorf gesteente waarin door rekristallisatie het gneisachtig karakter plaats heeft gemaakt voor een gesteente dat veel op graniet lijkt. In de gesteentekringloop vormen nebulitische migmatieten het laatste stadium op weg naar graniet.  Migmatiet_met_dictyonitische_structuur Een dictyonitische migmatietgneis is een van de vele typen migmatiet, hier met vaagbegrensde banden van graniet die een netvormige structuur vormen en aan weerszijden over gaan in biotietgneis.
Nebuliet. Graniet in wording onder metamorfe invloed. Aan het gesteente is nog slechts vaag het oorsponkelijke oudere biotietrijke gneisgesteente zichtbaar. Het is grotendeels gerekristalliseerd tot een grofkorrelige veldspaatrijke rode graniet. Nebulitische_graniet_migmatiet

Migmatieten zijn bijzonder variabele gesteenten. Rechts een voornamelijk uit kwarts en kaliveldspaat opgebouwde zwerfsteen die zowel boven als onderaan grote nieuwgevormde megakristen van kaliveldspaat laat zien.

Pegmatitische_mylonietgneis
Alandgranietporfier Alandgranietporfier is een 'druk' gesteente, vol met kleinere en grotere eerstelingen van kaliveldspaat, sommige met een rand van witte plagioklaas. Afzonderlijke witte plagioklazen zijn ook aanwezig. De kwartsen zijn rondachtig. De grondmassa is een zeer fijnkorrelig mengsel van veldspaat, kwarts en donkere mineralen. Alandrapakivi_verweerd De ronde figuren zijn ovoïden, grote kogelvormige eerstelingen van kaliveldspaat die omgeven zijn door een dunne mantel van snel verwerende plagioklaas. De plagioklaas laat bij het verweren en oplossen groeven na, die zich met donkere humusbestanddelen hebben gevuld. Dit is het meest voorkomende type rapakivi (Alandrapakivi) dat in het Hondsruggebied te vinden is.
Amfiboliet is een metamorf gesteente dat uit donkere amfibool (hoornblende), witte plagioklaas en een wisselende hoeveelheid biotiet bestaat. Soms is ook roodachtige granaat aanwezig. Veel amfibolieten zijn ietwat gestreept, soms ook niet. In het laatste geval is het verschil met dioriet en gabbro moeilijk te zien. Amfiboliet Witte kwartsitische zandsteen, die ook wel Balkazandsteen of Hardebergazandsteen genoemd wordt. Deze harde zandsteensoort komt op verschillende plaatsen in Zuid-Zweden en ook op Bornholm voor, soms met fossiele levenssporen erin. Balkazandsteen_met_drukbarsten
Biotietgranaatgneis_2 Biotietgranaatgneizen zijn interessante ultra metamorfe gesteenten. Ze bevatten naast kaliveldspaat, plagioklaas en kwarts meestal een grote hoeveelheid zwarte biotiet en rode granaat. Dikwijls is ook nog fijn vezelige transparante sillimaniet aanwezig naast grijsblauwe vlekken van cordiriet. Conglomeraat Conglomeraten zijn verkitte grindhoudende zandstenen. Ze lijken veel op beton. In sommige conglomeraten, zoals hier afgebeeld, bestaan alle afgeronde grindstenen uit kwarts (monomixt). Andere conglomeraattypen bevatten meerdere soorten rolstenen (polymixt). De ouderdom is meestal precambrisch.
Granaat is een veel voorkomend aantrekkelijk rood gekleurd mineraal in metamorfe gesteenten. Deze enigszins geplooide gneis (migmatiet) bevat tussen de grijswit gekleurde kwarts- en veldspaat- nieuwvormingen met daar tussendoor slierten biotietrijke restiet, talrijke aggregaten van rode granaat. Gneis_met_granaten Pegmatieten zijn lichtkleurige grootkorrelige kaliveldspaat/kwartsgesteenten. Ze ontstonden vaak door het vastworden van restmagma in gangen en spleten. Pegmatieten ontstaan ook door rekristallisatie in hoog metamorfe gesteenten als migmatiet. Pegmatieten kunnen door deformatie gneisachtig van karakter worden.. Pegmatietgneis
Finsegranietporfier_verweerd Finsegranietporfier met een door verwering grijsgekleurd oppervlak. Opvallend aan het gesteente zijn de talrijke rechthoekige tabletten van kaliveldspaat, vergezeld van grote rondachtige donkergrijze eerstelingen van kwarts. Dit rapakivigesteente komt als zwerfsteen in talloze variaties voor. Finsegranietporfier_2 In het vergrote beeld is nog beter het opmerkelijke verschil in korrelgrootte te zien tussen eerstelingen en grondmassa. Die van kaliveldspaat vormen in dit gesteente vrijwel altijd rechthoekige tabletten. Finsegranietporfier een een rapakivivariëteit en tevens gidsgesteente.
Porfirische biotietrapakivi van Kökar, een licht rood-oranjekleurig gidsgesteente met in de granitische grondmassa veel grote eerstelingen van hoekige kaliveldspaat. Hier en daar zijn tot 1.5 cm grote kwartseerstelingen aanwezig. Dit rapakivigesteente komt voor in het rapakivimasief van Kökar, zuidwestelijk van Aland in Zuidwest-Finland. Kkarrapakivi_1 Vergroot beeld van de porfirische Kökarrapakivi van hiernaast. De kaliveldspaateerstelingen liggen voor een deel evenwijdig aan elkaar, een bewijs dat de kristallen na hun vorming door stroming van het destijds nog grotendeels vloeibare magma zwak parallel aan elkaar geörienteerd zijn. Kkarapakivi_2
Mylonietgneis Prachtig voorbeeld van een mylonietgneis die ontstaan is uit een grootkorrelige pegmatiet. Het glimmerarme gesteente is opgebouwd uit een afwisseling van gestreepte banen vergruisde kaliveldspaat en uitgewalste lichtgrijze kwarts. Mylonietgneis_4 Vergroot beeld van de mylonietgneis van hiernaast. Het totaal vergruisde karakter van de kaliveldspaat, alsof het allemaal zandkorrels zijn, is hier duidelijk te zien. Deze structuur wordt wel mortelstructuur genoemd. Het ontstond diep in de aardkorst bij hoge drukken, waarbij de bestaande veldspaatkristallen geheel verbrijzelden.
Pyterliet is een grootkorrelige oranje-rode rapakivivariëteit die gekenmerkt wordt door talrijke rechthoekige en ronde eerstelingen van kaliveldspaat en veel kwartsen. De kwartsen zijn min of meer kransvormig om de veldspaten gerangschikt. Plagioklaas is doorgaans weinig aanwezig. Biotiet is het enige donkere mineraal. Pyterliet_1 Het plagioklaasgehalte in pyterlieten wisselt  sterk. Deze veldspaatsoort is niet moeilijk van kaliveldspaat te onderscheiden. Plagioklaas is van de twee veldspaatsoorten vrijwel altijd het lichtst gekleurd. Op de foto hiernaast zijn de kleinere plagioklazen duidelijk als lichte vlekken tussen de kaliveldspaat te zien. Pyterliet_2
Kalmarsundzandsteen_met_windlak Kalmarsundzandsteen. Deze gelaagde zandsteen is  bruinviolet gekleurd door infiltratie van ijzeroxide. Zwerfstenen van Kalmarsundzandsteen zijn nogal variabel, maar zijn door hun warmbruin/violette kleuren en hun opvallende gelaagdheid goed te herkennen. Soms bevatten ze levenssporen van Skolithos. Dit Vroeg-Cambrische gesteente is afkomstig van de Kalmarsund aan de Zweedse zuidoostkust. Geplooide_gneis Geplooide biotietgneis. In dit sterk metamorfe gesteente wisselen smalle banen van een grijs kaliveldspaat/kwarts mengsel af met donkere biotietrijke delen.
Porfirische biotietgraniet. Het porfirische karakter van deze graniet wordt veroorzaakt door talrijke rechthoekige eerstelingen van lichtkleurige kaliveldspaat. Porfirische_biotietgraniet Detailvergroting van hetzelfde gesteente. De rangschikking van de eerstelingen suggereert een zekere mate van turbulentie, veroorzaakt door stroming in het magma.  Deze in een vroeg stadium gevomde veldspaatkristallen zweefden in het destijds nog grotendeels vloeibare kristalbrij van het magma.   Porfirische_biotietgraniet_2
© 2010-heden Kijkeensomlaag.nl
Flag Counter