Op de keileemruggen van het Hondsrugsysteem komen verschillende 

keileemtypen voor. Twee zijn dominant. Oorspronkelijk waren deze

keileemtypen kalk(steen)houdend, maar zijn ze door verwering en 

uitloging op de meeste plaatsen kalkloos geworden. Men spreekt 

daarom doorgaans van de Assen en de Emmen keileemgroep. 

Gemakshalve rekent men de hier en daar voorkomende kalkhoudende 

keileemvarianten ook tot deze groepen.

 

 

Beide keilemen bedekken elkaar, waarbij de keileem van de Assen-groep 
vrijwel altijd de onderste afzetting vormt, met de keileem van 

de Emmen-groep daar bovenop. In onverweerde toestand verschillen 

beide keilemen duidelijk in kleur van elkaar, maar in grote delen

van het Hondsruggebied is daar door verwering en oxidatie weinig meer 

van te merken, beide kleuren roodbruin.

 

 

 

 

Assen- en Emmenkeileem - Klazinaveen Gieten scheidingsvlak tussen Emmen- en Assenkeileem

Keileemontsluiting op de zuidelijke Hondsrug bij Klazinaveen (Dr).

 

Op de Hondsrug en meer in het algemeen in het Hondsruggebied komen op de hogere delen van de zandruggen twee keilemen voor, hetzij kalkrijk of door verwering en uitloging kalkloos. Beide keileemtypen duidt men aan als de Assen- en Emmen-groep.

 

De witte afzetting onder de keileem bestaat uit eolische en fluvioperiglaciale zanden. Deze dateren hoogstwaarschijnlijk uit een eerdere fase van het Saalien. 

Beide keileemtypen hebben een Oostbaltische samenstelling en zijn het best bekend in ontkalkte toestand onder de naam Assen- en Emmenkeileem. De Assenkeileem vormt de onderste keileemlaag en ligt doorgaans met een zeer scherpe overgang op oudere, gestuwde Pleistocene afzettingen. De Assenkeileem wordt afgedekt door de zeer stenenrijke Emmenkeileem. De gestreepte lijn op de foto geeft de grens aan tussen beide keilemen. Assenkeileem bevat veel vuursteen, de bovenliggende Emmenkeileem is vuursteenvrij. 

 

 
 

Is er sprake van een koppeling tussen beide keilemen?

Met andere woorden, zijn beide keilemen verwant of wellicht in 

aanleg identiek? Ondanks dat dit wel eens in publicaties wordt 

genoemd, is van enige koppeling geen sprake. Dit komt tot 

uitdrukking in de litho-facies, het kleurverschil, de stenenrijkdom 

en in samenstellingsverschillen. 

 

 

Het verschil in samenstelling valt niet toe te schrijven aan het feit 

dat keileem van de Emmen-groep op een hoger niveau in het ijs 

getransporteerd is en daardoor  anders dan de Assen-groep geen 

bestanddelen uit de ondergrond heeft kunnen opnemen. De onderliggende

keileem van de Assen-groep is een grondmorene (lodgement till), die 

in Zuid-Zweden, de zuidelijke Oostzee en in Noord-Duitsland wel 

bestanddelen uit de ondergrond heeft opgenomen, met name granieten 

uit het Zuid-Zweedse Småland en vooral krijtmateriaal uit de zuidelijke

Oostzee en Denemarken.

 

 

 

Assenkeileem westelijke Hondsrugtak - Gieten Noordhornkeileem - Gieten

Ontsluiting in een 4,5 meter dik pakket Assenkeileem op de kruising van de N34 en de N33 bij Gieten.

 

De keileem is voornamelijk blauwgrijs gereduceerd met vooral bovenaan roestbruin geoxideerde partijen. Keileem van het Assentype komt vooral voor op de westelijke tak van de Hondsrug. De afzetting bij Gieten ligt met een scherpe, erosieve overgang op ijstektonisch gestuwde zanden uit het Elsterien.

Noordhornkeileem (kalkrijke variant) - N33 bij Gieten (Dr.).

 

Kenmerkend voor de Noordhorn- en Assenkeileem (Assen-groep) is het gehalte aan vuursteen. Dit gesteente ontbreekt in de Nieuweschoot- (= kalkrijke variant) en Emmenkeileem (Emmen-groep) . Keileem van de Assen-groep is een zandig homogeen keileemtype met relatief weinig zwerfstenen. Deze keileem is te beschouwen als een grondmorene (lodgement till) die aan de onderzijde van de Hondsrug-ijsstroom op de ondergrond is afgezet.

Nieuweschootkeileem - Gieten Nieuweschootkeileem met kalkstenen - De Wolf Haren

Nieuweschootkeileem (Emmen-groep) langs de N33 bij Gieten (Dr.).

 

Verweerde keileemafzettingen zijn doorgaans roestbruin van kleur. De kalkrijke onverweerde Nieuweschootkeileem is primair roodbruin gekleurd, in tegenstelling tot de kalkrijke onverweerde Noordhornkeileem (Assen-groep), die in droge toestand grijs is. Dit kleurverschil is reden waarom men beide keilemen in de bodemkunde respectievelijk 'rode' en 'grijze' keileem noemt. 

 

Keileem van de Emmengroep moet beschouwd worden als een uitsmeltingskeileem (melt-out-till) en deels ook als een afglijdingskeileem (flow-till). Het chaotische karakter van deze afzetting is deels te danken aan ijstektonische vervorming, maar vooral aan englaciale en/of supraglaciale uitspoeling.

Nieuweschootkeileem (Emmen-Groep) - Hortus de Wolf, Haren (Gr.).

 

De rijkdom aan zwerfstenen in de Nieuweschootkeileem is opmerkelijk hoog. Is de ontkalkte Emmenkeileem al rijk aan stenen, in het kalkrijke Nieuweschoottype komen daar nog eens duizenden paleozoïsche kalkstenen bij. Deze bevatten veel fossielen, waaronder prachtige koralen en bryozoën.

 

Opmerkelijk is het chaotische karakter van de Nieuweschootkeileem. De lithofacies is bijzonder variabel: vette keileem, zandige keileem, smeltwaterzand, smeltwatergrind en zelfs metersdikke keienpakkingen liggen zonder regelmaat naast en boven elkaar. De meeste kalkstenen zijn door verspoeling geblutst en afgerond. Gletsjerkrassen ontbreken meestal. Opvallend is ook het hoge percentage gebroken en vergruisde stenen, zowel kristallijn als sedimentair.  


 

 

Hét kenmerkende verschil tussen beide keileemgroepen is het gehalte 

aan vuursteen, dat in de Assen-groep wel, maar in de daarboven 

liggende Emmen-groep niet voorkomt. Echter, dit onderscheid alleen 

zou een koppeling tussen beide keilemen niet in de weg hoeven staan, 

maar de verschillen gaan verder en zijn op een aantal punten zelfs 

essentieel.

 

 

Het kristallijne zwerfsteengezelschap is in beide keilemen Oostbaltisch 

van samenstelling. Rapakivigranieten komen er bijzonder veel in voor. 

Toch verschilt het sortiment. In de Emmenkeileem zijn bijvoorbeeld 

meer rapakivi-typen aanwezig die afkomstig zijn van de Kökararchipel, 

zuidelijk van de Ålandeilanden. Bij inventarisaties blijkt dit steeds weer. 

Het percentage grootkorrelige pyterlieten, porfirische Kökarrapakivi-

granieten en finse granietporfieren van Kökar is groter dan in de 

keileem van de Assen-groep. Zuidwestfinse microkliengranieten zoals

perniögraniet, en abögraniet, maar ook de bekende Finse helsinkieten 

zijn in de Emmen-groep eveneens talrijker dan in de onderliggende 

keileem van de Assen-groep. Hetzelfde geldt voor het sortiment Botnische 

gesteenten en gidsgesteenten uit Noord-Zweden.

 

 

 

Alandrapakiv groot zwerfblok - Gieten Alandrapakivi - Emmerschans

Zwerfblok van rapakivigraniet (Alandrapakivi) - N33 bij Gieten (Dr.).

 

Beide keilemen in het Hondsruggebied bezitten een zwerfsteengezelschap die wat gidsgesteenten betreft Oostbaltisch van samenstelling is. Keileem uit de Emmen-groep heeft een extreem Oostbaltische samenstelling. Zwerfsteentypen uit Midden- en Zuid-Zweden, zuidelijke Oostzee en Denemarken ontbreken volledig. Zwerfsteentypen uit deze laatste gebieden zijn in de onderliggende keileem uit de Assen-groep altijd aanwezig.

Ålandrapakivi - Zwerfsteen van Emmerschans (Dr.).

 

Vanwege de opvallende structuur wordt deze graniet ook wel 'ringetjesgraniet' genoemd. Deze en andere rapakivigranieten zijn voornamelijk afkomstig uit het grote rapakivigebied van Åland tussen Finland en Zweden, op de overgang van de Oostzee en de Botnische Golf.

Porfirische rapakivigraniet van Kökar - Nieuw-Dordrecht Finse granietporfier  - Groningen

Porfirische rapakivigraniet van Kökar - Zwerfsteen van Nieuw-Dordrecht (Dr.).

 

Hoewel het gezelschap kristallijne zwerfstenen in beide keileemgroepen een Oostbaltisch karakter heeft, verschilt het sortiment gidsgesteenten. In keileem van de Emmen-groep zijn rapakivi's talrijker, waarbij een substantieel deel van de rapakivizwerfstenen afkomstig is van het kleine rapakivimassief van Kökar, zuidoostelijk van Aland

 

Finse granietporfier - Zwerfsteen van Groningen.

 

Dit op Aland onbekende rapakivigesteente komt in allerlei typen voor in het kleine satellietmassief van Kökar. Vooral het eiland Andör staat er om bekend. Zwerfsteentypen als deze komen in de keileem van de Emmen-groep veel voor, maar zijn minder talrijk vertegenwoordigd in de Assen-groep.
 

 

 

 


 

Het meest overtuigend zijn de verschillen onder de sedimentaire 

zwerfstenen. Dit komt vooral tot uitdrukking in de onverweerde, 

kalkrijke keileemvarianten van beide keileemgroepen. In de 

Nieuweschootkeileem (=Emmen-groep) komen zeer talrijk 

Silurisch/Devonische dolomietische kalkstenen voor. Deze ontbreken

in de onderliggende Noordhornkeileem (=Assen-groep). De overige 

paleozoïsche kalkstenen, vooral de Silurische beyrichiënkalken 

daaronder zijn in de Nieuweschootkeileem meer geelgrijs tot 

groengrijs van kleur, terwijl deze in de onderliggende Noordhornkeileem

meer blauwgrijs van kleur zijn. De bekende stromatoporoïden, rugose

en tabulate koralen zijn in aantal en sortiment karakteristiek voor 

Nieuweschootkeileem. Weliswaar komen deze fossielen in de 

Noordhornkeileem ook voor, maar significant minder. Ook de 

bekende laat-Ordovicische paleoporellenkalksteen is typisch een 

zwerfsteensoort uit de Nieuweschootkeileem.


 

 

 

 

Dolomitische kalksteen - Gieten Beyrichinkalk met trilobiet - Gieten

Dolomitische kalksteen - Zwerfsteen van Gieten (Dr.).

 

Dolomieten zijn zeer veel voorkomende zwerfstenen in de Nieuweschootkeileem (Emmen-groep), maar ontbreken in die van de Assen-groep. Ze zijn van laat-Silurische en vroeg-Devonische en wellicht ook nog van midden-Devonische ouderdom. Ze zijn afkomstig uit de noordoostelijke Oostzee bij Estland en Letland.

Beyrichiënkalk - Zwerfsteen van Gieten (Dr.).

 

De kalkrijke keilemen uit zowel de Assen- als de Emmen-groep bevatten veel kalkstenen uit het Ordovicium en het Siluur. Hoewel ze in ouderdom overeen komen, verschilt het brongebied. Die uit de Nieuweschootkeileem zijn afkomstig uit de noordoostelijke Oostzee, westelijk van Estland bij de eilanden Saarema en Hiuuma, terwijl die uit de Noordhornkeileem een meer westelijke oorsprong hebben op de bodem van de Oostzee.

 

De Silurische kalkstenen uit de Nieuweschootkeileem zijn geelwit en groengrijs van kleur. Die uit de Noordhornkeileem zijn meer grijsachtig tot blauwgrijs van kleur. Bovendien zijn de kalkstenen in de Noordhornkeileem kleiner en ook minder in getal. Het meest opvallende verschil is het percentage tabulate en rugose koralen. Dat is in de Nieuweschootkeileem vele malen hoger. 


 

 

In de Noordhornkeileem daarentegen komen, zij het sporadisch, 

zwerfstenen voor van zwarte Cambrische stinkkalk, rode en grijze 

orthocerenkalk en macrouruskalk. Deze zwerfsteentypen zijn Westbaltisch

van oorsprong, zij ontbreken in de bovenliggende Nieuweschootkeileem. 

Bijzonder is ook dat in de Noordhornkeileem talrijke vondsten bekend 

zijn van Eocene vezelcalciet, afkomstig uit het Deense Skagerrak. 

Zuidbaltische zwerfsteentypen ontbreken ten ene male in de

Nieuweschootkeileem.

 

 

 

 Rode orthocerenkalk - Gieten Vezelcalciet - Brodtener Ufer Dldjpg

Rode orthocerenkalk - Zwerfsteen van Groningen.

 

Deze roodbruine Ordovicische kalksteensoort is vooral bekend van het Zweedse eiland Öland, maar komt ook op het vasteland een aantal plaatsen in Midden-en Zuid-Zweden voor. Samen met een aantal andere Westbaltische sedimentaire zwerfsteentypen komt rode orthocerenkalk voor in de kalkrijke Noordhornkeileem, maar nooit in de bovenliggende Nieuweschootkeileem.  

Vezelcalciet - Zwerfsteen van Haren (Gr.).

 

Vezelcalciet bestaat uit dicht aaneengesloten, zeer dunne naalden van calciet, die parallel aan elkaar loodrecht op de wanden van scheuren in Eocene tufafzettingen in het Skagerrak (Denemarken) zijn gegroeid.

 

Vezelcalciet is in verse toestand licht geelgroen van kleur en komt als zwerfsteen regelmatig voor in de kalkrijke Noordhornkeileem. In verweerde toestand is vezelcalciet geelwit van kleur en wordt vaak voor versteend hout aangezien. In de Nieuweschootkeileem zal men vergeefs naar vezelcalciet zoeken. 


 

 

Bijzonder is ook het opvallende kleurverschil van beide keilemen. 

In onverweerde toestand is de Noordhornkeileem is grijs van kleur, 

terwijl de Nieuweschootkeileem een roodbruine tint heeft. Dit laatste 

is te danken aan de opname van een aanzienlijk percentage zandige 

en kleiïge componenten uit de vroeg-Devonische roodgekleurde 

Old Red zandsteen van Estland en Letland. Deze bestanddelen 

ontbreken in de Noordhornkeileem volledig.

 

 

 

Nieuweschootkeileem - N33 Gieten Noordhornkeileem  - Kreupelstraat Groningen

Compacte roodbruine keileem van het Nieuweschoottype langs de N33 bij Gieten Dr.).

 

De roodbruine kleur van keileem en vergezellend smeltwaterzand wordt veroorzaakt door opname van hematietrijke klei en zandkorrels uit de vroeg-Devonische Old Red zandsteen van Estland en Letland. Deze componenten ontbreken in de Noordhornkeileem volkomen.  

Grijze Noordhornkeileem - Kreupelstraat, Groningen.

 

In onverweerde toestand is Noordhornkeileem grijs, in natte toestand donkergrijs. Het is een zeer zandige, homogene keileem, waarin Tertiaire componenten als foraminiferen, mollusken, bruinkoolpartikels en barnsteen voorkomen. Deze bestanddelen ontbreken ten ene male in de Nieuweschootkeileem. 

Assenkeileem ontkalkt en geoxideerd - N34 Borger Zwerfkeien oostelijke Hondsrugtak bij Nieuw-Dordrecht

Bruinrood geoxideerde en ontkalkte Assenkeileem langs de N34 bij Borger.

 

In geoxideerde toestand zijn de keilemen uit de Assen- en Emmen-groep in het Hondsruggebied niet van elkaar te onderscheiden. Beide zijn roodbruin van kleur. De aan- of afwezigheid van vuursteen maakt duidelijk of we met Assen- of met Emmenkeileem te maken hebben.

Zwerfsteenblokken uit de Emmenkeileem bij Nieuw-Dordrecht (Dr.).

 

Niet alleen bevat de keileem uit de Emmen-groep meer rapakivi's dan die uit de Assen-groep, de stenenrijkdom is ook aanzienlijk groter. Opvallend is de aanwezigheid van talrijke rapakivi-typen uit het kleine Kökargebied, zuidoostelijk van de Aland-eilanden. 

 

 
 

Het karakter van de Noordhornkeileem als een typische grondmorene 

(lodgement till) blijkt ook uit de zandige residu’s die bij het afslibben 

van keileemmonsters onderzocht zijn. Daarin komen niet alleen zeer 

talrijke bryozoënfragmenten uit het Laat-Krijt voor, maar ook Tertiaire

foraminiferen en mollusken. Altijd aanwezig zijn kleine zwartbruine 

bruinkoolpartikeltjes, regelmatig vergezeld van barnsteen van 

zandkorrelgrootte, ook van Tertiaire ouderdom.

 

 

Het voorkomen van Emmenkeileem en zijn kalkhoudende 

Nieuweschootvariant is in het Hondsrugsysteem beperkt tot de 

hogere delen van de keileemruggen. Beide keilemen vormen 

langgerekte ‘eilanden’ op de hoogste delen van de ruggen. Op de 

Hondsrug zelf is de verspreiding van beide keilemen opmerkelijk. 

Afgezien van het noordeinde, komt keileem uit de Emmen-groep het 

meest uitgesproken voor op de hoogste delen van deze zand/keileemrug

en wel voornamelijk op de oostelijke tak daarvan. 

 

 

 

 

Profiel 1 Hondsrug en keileemtypen

De verspreiding van keileem uit de Assen- en Emmengroep in het Hondsruggebied is niet gelijkmatig. De Assen-groep is dominant aanwezig op alle zandruggen. Keileem uit de Emmengroep komt alleen voor op de hogere delen van het ruggensysteem vaak in de vorm van langgerekte 'eilanden'.

 

Op het profielkaartje is Assenkeileem met het cijfer 1 aangegeven. De bedekkende Emmenkeileem is met een 2 aangegeven. Het cijfer vier staat voor (erosierestanten) van de Westbaltische Heerenveenkeileem. Opvallend is dat keileem van de Emmen-groep vooral aanwezig is op de oostelijke Hondsrugtak. De grote rijkdom aan gedolven 'keistenen' daar in de 19e eeuw is daar niet vreemd aan. Op de westelijke Hondsrugtak loonde het delven van keien (uit de Assenkeileem) niet. 

 


 

 

Voorstkeileem  - N33 Gieten Nieuweschootkeileem met smeltwaterafzettingen - Kreupelstraat Groningen

Voorstkeileem met kalkconcretie - N33 bij Gieten (Dr.).

 

Van dit type keileem zijn onregelmatige partijen ('schollen' en 'slierten') opgenomen in keileem van de Emmen-groep (Nieuweschootkeileem). Voorstkeileem is rossig roodbruin van kleur, is kleirijk en heeft een Oostbaltische samenstelling. Voorstkeileem in het Hondsruggebied is meestal arm aan zwerfstenen. Hoewel Voorstkeileem kalkrijk is, bevat deze relatief weinig kalkstenen. De kalkstenen zijn doorgaans opvallend fraai gepolijst en tonen duidelijke gletsjerkrassen, in tegenstelling tot die uit de omringende Nieuweschootkeileem.

 

Karakteristiek voor Voorstkeileem is de aanwezigheid van talrijke kleine kalkconcreties. In vorm herinneren ze aan de bekende kalkconcreties uit de Limburgse löss ('lösspoppetjes').

 

Het hoge percentage roodachtige klei in Voorstkeileem dankt zijn kleur aan hematiet, afkomstig uit de vroeg-Devonische Old Red zandsteen in Estland en Letland. De rode klei is vermoedelijk ergens in het Saalien door het landijs van de bodem van de Oostzee opgenomen en samen met en in de Nieuweschootkeileem naar ons land getransporteerd.

Nieuweschootkeileem met smeltwaterafzettingen - Kreupelstraat in Groningen.

 

Opmerkelijk van Nieuweschootkeileem is het ongelijkmatige karakter ervan. Compacte partijen en slierten keileem wisselen zonder enige regelmaat af met smeltwaterafzettingen, grindlagen en steenpakkingen. Deze duiden op englaciale of supraglaciale uitspoeling.

 

In de ontsluiting in de Kreupelstraat in Groningen (oosthelling Hondsrug) waren een tijdlang op de vloer van de bouwput voor het Prefectenhuis een reeks afzettingen te zien in gestuwde positie. Het leek alsof men naar de gelaagdheid van een verticaal profiel keek. De afzettingen waren bijna 90 graden op zijn kant gezet en verliepen evenwijdig aan de strekking van de Hondsrug. De kanteling duidt op laterale ijstektonische stuwing vanuit het aangrenzende Hunzedal. Op de westhelling van de Hondsrug in Groningen werd op een later tijdstip in de bouwput van het nieuwe kantongerecht een vergelijkbare situatie aangetroffen.

 


 

 

Duidelijk is dat de keilemen uit de Assen- en de Emmen-groep een 

verschillende herkomst hebben in het Balticum. Of het brongebied 

van de Emmen- en Nieuweschootkeileem met daarin de opgenomen

‘schollen’ van de kleirijke Voorstkeileem, ooit gevonden zal worden,

is niet waarschijnlijk. Vermoedelijk heeft het landijs in het Saalien

deze keileemtypen stroomopwaarts opgenomen, wellicht van de bodem 

van de Oostzee en deze vervolgens op een hoger niveau in het ijs naar 

onze streken getransporteerd. Door uitsmelting zijn deze keilemen als 

een ‘melt-out-till’ en deels ook als ‘flow-till’ boven op die van de 

Assen-groep afgezet.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

© 2010-heden Kijkeensomlaag.nl
Flag Counter