Verschillen en overeenkomsten?

 




Saale-ijstijd en Hondsrugcomplex zijn voor velen bekende begrippen. Op het laatst van deze ijstijd werd de Hondsrug gevormd tegelijk met nog een aantal parallel verlopende keileemruggen. De zwerfstenen die op de keileemruggen achterbleven, hebben een Oostbaltische samenstelling. Deze samenstelling kenmerkt ook de zwerfstenen uit de keileem van het Warthe-stadium in Duitsland. Steker nog, de samenstelling van de zwerfsteengezelschappen uit beide keilemen is nagenoeg identiek.

 

 

Hondsruglandschap bij Onnen Voorste-Diep bij Borger

De noordelijke Hondsrug bij Onnen (Gr.).

 

Hoe noordelijker hoe smaller en lager de keileemruggen worden. Van Onnen naar Glimmen, dus van oost naar west bedraagt de breedte van de Hondsrug nauwelijks meer dan een kilometer.

Doorsnijding van de Hondsrug bij Buinen (Voorste Diep).

 

De Hondsrug is op twee plaatsen doorsneden. Morfologisch het fraaist is dit te zien bij Buinen en tussen Ees en Borger. Hier stroomt het Voorste Diep door de Hondsrug. Veel noordelijker, tussen Noordlaren en de Groninger Appelbergen ligt het Besloten Veen, ook wel Besloten Venen genoemd. Hier stroomde tegen het einde van het Weichselien de Drentsche Aa dwars door de Hondsrug richting Hunzedal, waar de rivier zich met de Hunze verenigde. Door instuivend zand werd de bedding afgedamd, waardoor de Drentsche Aa gedwongen was in noordelijke richting een nieuwe bedding te zoeken.

 


 

 

 

Saalien of Saale-ijstijd?
 

Meestal hebben we het over de Saale-ijstijd inplaats van het Saalien. Beide uitdrukkingen betekenen hetzelfde, hoewel het begrip Saalien meer omvat dan alleen de ijsbedekking in Nederland. De Saale-ijstijd wordt meestal voorgesteld als een aaneengesloten koudeperiode. waarbij de noordelijke helft van ons land lange tijd door een dik pakket landijs bedekt was. In werkelijkheid was de Saale-ijstijd een veel complexere periode. Er is namelijk sprake van minimaal twee warmere en drie koudere epesodes. Geologen spreken daarom liever van het Saalien-complex, omdat niet duidelijk is of de koude en de warme stadia alle tot het Saalien behoren of dat er misschien sprake is van verschillende ijstijden of glacialen.

 

 

Landijskap Saalien

Reconstructie van de landijskap in het Saalien.

 

Het landijs dat o.m. de noordelijke helft van Nederland bedekte vormde tijdens het maximum van de vergletsjering in het Saalien een breed tongvormige uitbreiding tot in het Noordzeegebied. Dit was het gevolg van de ijsbeweging, die op het eind van deze ijstijd via de zuidelijke Oostzee in westelijke richting bewoog.


 

 

 


Als we de literatuur volgen dan is de uitleg daarover verwarrend. Enerzijds bedoelt men met de Saale-ijstijd het gehele Saalien-complex, anderzijds wordt er alleen de vergletsjeringsfase mee aangegeven die het Scandinavisch landijs in Nederland bracht. De verwarrende duiding van het Saalien wordt mede in de hand gewerkt door geografische grenzen. Onderzoek aan glaciale afzettingen beperkt zich bij ons doorgaans tot het Nederlands grondgebied, alsof er aan de andere kant van de grens geen ijstijd bestaan heeft. In Nederlandstalige literatuur wordt nauwelijks of geen aandacht besteed aan het Warthe-stadium in Duitsland. Deze grote vergletsjeringsfase heeft aan het einde van het Saalien in Noord-Duitsland zijn sporen nagelaten in de vorm van een indrukwekkende eindmorenegordel. Tussen Bremen en Hamburg krijg je van deze eindmorengordel langs de A1 bij Hollenstedt een prachtig beeld. Omdat het Scandinavisch landijs tijdens het Warthe-stadium niet verder reikte dan zo'n 20 km westelijk van Hamburg, lijkt hert alsof na het verdwijnen van het landijs in ons land de Saale-ijstijd was afgelopen, waarna het warmere Eemien begon. Maar is dit wel zo?

 

 

 

 

 

Glaciaal landschap Wendland 2010

Het ijs van het Warthe-stadium heeft o.m. bij Hamburg en Lüneburg een fraai geaccidenteerd eindmorenelandschap achtergelaten.

 

Na een tijdelijke opwarming van het klimaat dat er voor zorgde dat het landijs uit ons land verdween, trok de ijsrand zich helemaal terug tot in de zuidelijke Oostzee bij Zweden. In de koudefase die daarop volgde breidde het Scandinavische landijs zich opnieuw zuidwaarts uit tot iets voorbij Hamburg en Lüneburg. De eindmorene die daarbij ontstond valt in het landschap goed op te merken. Deze markeert tevens het einde van het Saalien, waarna het warmere Eemien begon.


 

 

Opmerking:

 

Sommige passages in dit verhaal leest U in vergelijkbare bewoordingen in andere artikelen

op deze site. Aangezien de meeste verhalen over ijstijdafzettingen op zichzelf staan en er 

doelbewust geen links of andere verwijzingen worden gebruikt, is het voor de chronologie en

voor een beter begrip van de reeks gebeurtenissen van belang om een aantal passages 

hieronder opnieuw te vermelden.
 

 


 

 

Hoe verliep het Saalien?
 

 

 

 

Het Saalien duurde ongeveer van 370.000 tot 126.000 jaar geleden. Voor een ijstijd is dit een lange periode. De eerste koudefase was tijdens het Vroeg-Saalien. In Duitsland wordt dit het Fuhne-stadium of Fuhne-Kaltzeit genoemd. In deze episode bereikte het Scandinavische landijs ons land niet. Het is niet precies bekend tot waar de Scandinavische ijskap - in opbouw - zich toen uitstrekte. Bij ons heerste een toendraklimaat met grassen, zeggen, berken en wellicht ook wat grove dennen hier en daar. In de bodem ontstonden als gevolg van de koude o.m. vorstwiggen. Als gevolg van wind en sneeuwval zijn in deze tijd waarschijnlijk ook dekzanden gevormd (Formatie van Drachten = oude Formatie van Eindhoven).

 

 

Stofstorm Ontsluiting in Formatie van Eindhoven - Klazininaveen
Tijdens de koudere fasen in het Vroeg-Saalien was de begroeiing schaars. Toendralandschappen overheersten. Bij hevige wind en vooral tijdens sneeuwstormen gingen grote hoeveelheden zand en stof op de wind. In die tijd zijn dekzanden gevormd.

Formatie van Drachten bij Klazienaveen.

 

De grijswitte zandlaag is een dekzandafzetting uit het Saalien voordat het landijs ons land binnentrok. De fijnkorrelige zandafzetting is deels door wind, deels door sneeuwsmeltwater gevormd. Deze afzetting behoort tot de Formatie van Drachten, die eerder bekend stond als de Formatie van Eindhoven. De grijze afzetting daarboven is vuursteenrijke Assenkeileem.

 

 

 

 

Deze eerste langdurige koudeperiode werd gevolgd door een warme tijd, het Hoogeveen-interstadiaal. Het klimaat was vergelijkbaar met dat van tegenwoordig, misschien dat het zelfs nog iets warmer was. Onduidelijk is of deze warme periode opgevat moet worden als een interglaciaal, zoals we nu meemaken (Holoceen) of dat het slechts een warme interval (interstadiaal) was tussen twee koudeperioden in.

 

 

Allerödbos laag van Usselo
Tijdens het warmere Hoogeveen-interstadiaal in de eerste helft van het Saalien waren grote delen van het landschap met bos bedekt.Het waren waarschijnlijk deels open bossen met berken, dennen, sparren en jeneverbessen. In de warmere fase van dit interstadiaal groeiden er ook talrijke loofbomen waaronder eiken en elzen.

 

 


 

 

Na een betrekkelijk kortdurend wegzakken van de temperatuur in de fase na het Hoogeveen-interstadiaal, warin bij ons vooral eolische zanden zijn afgezet (Formatie van Drachten), werd het klimaat afwisselend warmer en weer kouder tot het tijdens het bantega-interstadiaal langere tijd opnieuw veel warmer werd. In ons gebied groeiden toen bossen met berken en dennen, met daartussen eiken en hazelaars en op vochtige plaatsen vooral elzen.

 

 

 




Na de klimaatsverbetering tijdens het Bantega-interstadiaal werd het opnieuw kouder. Deze neergang van de temperatuur vormde de inleiding tot een langdurig en koude tot extreem koude periode, waarin het Scandinavisch landijs een grote uitbreiding te zien gaf. Nederland kreeg te maken met echte arctische omstandigheden, waarbij het landijs tot halverwege ons land doordrong. De episode van het Saalien-complex na het Bantega-interstadiaal is dus 'onze' ijstijd, ruim 180.000 jaar na het begin van het Saalien! Aangezien glacialen in de laatste miljoen jaar van het Pleistoceen gemiddeld zo'n 100.000 jaar duren, wringt hier mogelijk iets.
 

 

 

De ijsrand Pierik fase 3 maximale ijsuitbreiding Saalien
In de tweede helft van de Saale-ijstijd drong het Scandinavische landijs vanuit het noordoosten ons land binnen. Eenmaal daar aangekomen stagneerde de ijsaanvoer, waardoor in Oost-Groningen en in de oostelijke helft van Drenthe een geaccidenteerd stuwwallenlandschap moet zijn ontstaan, waarbij de ondergrond tot tientallen meters diepte is gestuwd. Latere ijsbewegingen hebben dit landschap grotendeels opgeruimd. De geel gekleurde zone op de kaart markeert de landijsgrens tijdens het maximum van de vergletsjering in de Saale-ijstijd.

 

 

 

 

 

 

 
© 2010-heden Kijkeensomlaag.nl
Flag Counter