De laatste uiting van vulkanisme in Scandinavië vond plaats tijdens het Vroeg-Tertiair in de omgeving van het huidige Skagerrak. Het vulkanisme van toen hield verband met de opening van de noordelijke Atlantische Oceaan.


 

De van tijd tot tijd hevige vulkanische uitbarstingen leverden

voornamelijk los basaltisch materiaal, dat op uitgebreide

schaal vermengd met slibdeeltjes in zee tuffietafzettingen deed

ontstaan. Op land vormde het lagen en laagjes van basalttuf.


 

 

Vulkaanuitbarsting Fur_Formation_Feggeklit_northwestern_Denmark
Vulkaanuitbarstingen als op de foto kwamen tijdens het Eoceen in het Skagerrak gedurig voor. Ze brachten van tijd tot tijd veel as en vulkanische gassen in de atmosfeer. Het vulkanisme stond in verband met de opening van de Atlantische Oceaan. De luchtverontreiniging die hiervan het gevolg was, zou een aantal boomsoorten in het Eocene 'barnsteenbos' tot een grotere harsuitscheiding kunnen hebben geprikkeld.

Molerformatie op het eiland Fur, Jutland, Denemarken.

Rond de Limfjord, in het noorden van Denemarken, komen op verschillende plaatsen Eocene kiezelgurafzettingen aan de oppervlakte. Ze bestaan uit een afwisseling van diatomiet en donkere laagjes basalttuf. Vooral langs de kust zijn de afzettingen van verharde diatomeeënaarde prachtig ontsloten. De laagpakketten zijn tijdens de ijstijd door de druk van het landijs uit de ondergrond omhooggekomen en geplooid.

 


 

 

Deze Eocene basalttufffen zijn onder zwerfstenen bekend

doordat ze spleet- en scheurvullingen bevatten die opgevuld

zijn met bleekgroen gekleurde vezelcalciet. Verweerd lijken

zwerfsteentjes van vezelcalciet sprekend op geelwit gebleekt

verkiezeld hout. De haardunne, stengelvormige calcietkristallen

doen sterk denken aan dunne houtcellen van naaldhout.



 

Zwerfsteentjes van vezelcalciet en aanhangend tufgesteente zijn

gevonden in onverweerde keileem op de noordelijke Hondsrug

in Haren (Gr.). Meer vezelcalciet, vaak vergezeld van aanhangend

tufgesteente wordt vooral gevonden in het Oostzeegebied van

Sleeswijk-Holstein en in Denemarken. Ook in de bekende

Vroeg-Tertiaire Moler-formatie in het Noord-Deense Jutland

komen talrijke dunne laagjes basalttuf voor.


 

 

Vezelcalciet_-_Brodtener_Ufer_Dldjpg Vezelcalciet_-_Sieversdorf_Dldjpg

Vezelcalciet - Zwerfsteen van de Brodtener Ufer (Dld.)

Vezelcalciet bestaat uit zeer fijne, naaldvormige kristallen van calciet. Ze ontstonden als spleetvulling in Eocene tuflagen in het Skagerrak.

Vezelcalciet - Zwerfsteentjes van Sieversdorf (Plön), Dld.

Verweerd doen de steentjes sterk denken aan geelwit gebleekt verkiezeld naaldhout. Dat heeft een enigszins vergelijkbare, fijnvezelige bouw.

Vezelcalciet_2_-_Damsdorf_Dldjpg Vezelcalciet_-_Malente_Dldjpg

Vezelcalciet - Zwerfsteen van Damsdorf (Dld.)

Bovenaan wordt de massa vezelcalciet begrensd door een dun laagje bruine basalttuf.

Vezelcalciet - Zwerfsteen van Malente (Plön), Dld.

Afhankelijk van de verweringsgraad kan vezelcalciet kleurtinten hebben die varieren van (blauwachtig) grijsgroen tot zeer lichtgeel. Het donkere scheidingslaagje in de steen is een dun laagje donkerbruine basalttuf.

 


 

Het Vroeg-Tertiaire vulkanisme in het Skagerrak wordt wel

in verband gebracht met het kwijnen en het verdwijnen van

het ooit aanwezige barnsteenbos in Scandinavië. De vele

tientallen miljoenen kilo’s barnsteen die in het zuidelijke

Oostzeegebied, maar ook elders in de bodem voorkwamen

en deels nog voorkomen, worden in verband gebracht met een

uitgestrekt oerbos dat in het Vroeg-Tertiair miljoenen jaren

lang bestaan heeft en dat grote delen van Scandinavië en

aangrenzend Europees Rusland tot in de Oekraïne bedekt moet

hebben.


 

 

Barnsteenbos_reconstructie
In het warm/vochtige klimaat van het Eoceen waren grote delen van het huidige Scandinavië, Rusland en de Oekraïne bedekt met weelderige subtropische bossen. Sommige bomen - in dit geval vooral bepaalde naaldboomsoorten - scheidden hars af, dat vooral in wegrottend hout in de natte venige bosbodem bewaard bleef en daar langzamerhand via kopal in barnsteen veranderde.

 


 

Bomen in dit bos – welke soorten is niet precies bekend –

zouden ziek zijn geweest en als gevolg daarvan overmatige

hoeveelheden hars hebben uitgescheiden. Dit ‘ziekelijke’ en

‘overmatige’ kan gerust naar het rijk der fabelen verwezen

worden. Het is niet veel anders dan dat vandaag de dag onder

bepaalde omstandigheden in bossen elders op aarde door

bomen aan hars wordt uitgescheiden.

 


 

Barnsteenbos
Erosie en uitspoeling van de bosbodem door rivieren vervoerde kopal en barnsteen naar zee. Aan de monding ervan, in wat nu de zuidelijke Oostzee is, vormde zich een delta in zee waar barnsteen in grote hoeveelheden werd afgezet. In de loop van het Tertiair en het Pleistoceen zijn de afzettingen met barnsteen op grote schaal geërodeerd, waarbij het materiaal elders weer werd afgezet. Dit proces heeft zich verschillende malen herhaald, waardoor we barnsteen nu op de meest vreemde plaatsen in verschillende soorten afzettingen tegen komen.

 


 

De uitscheiding van relatief veel hars waaruit later

barnsteen ontstond, kan het gevolg zijn geweest van het

vochtig warme klimaat dat destijds heerste. Dit is niet

uitzonderlijk. Ook heden ten dage komt dit nog voor. Het is

bekend dat zowel loof- als naaldbomen in een vochtig, warm

klimaat geprikkeld worden om veel hars af te scheiden.

Kauridennen, een groep Araucaria-achtige naaldbomen in

Indonesië doen niet anders en deden dat in het recente verleden

op grote schaal in Nieuw-Zeeland. Dat kan ook het geval zijn

geweest tijdens het Eoceen, waarvan bekend is dat er

klimatologische veranderingen optraden.


 

 

Eoceen_land-zeeverdeling
Paleogeografische reconstructie van de verdeling van land en zee tijdens het Eoceen. De gele stipjes op de kaart geven globaal de ligging aan van het oerbos, waarin het barnsteen gevormd werd. In het immens grote oerwoud dat miljoenen jaren heeft bestaan zijn grote hoeveelheden barnsteen gevormd. De vele miljoenen kilo's barnsteen die in de loop van de tijd zijn verzameld en gewonnen, samen met de gigantische hoeveelheid die nog in het Oostzeegebied en in de Oekraïne in de bodem aanwezig is, vormt echter maar een fractie van de hars die destijds door de bomen is afgescheiden.

 


 

Ook wordt de grote harsproductie wel gezien als een

stressverschijnsel van bomen als reactie op vulkanische

uitbarstingen in het Skagerrak. De atmosfeer raakte regelmatig

vervuild door vulkanisch as en giftige zwavel- en fluordampen.

Dat bomen daarop reageren door meer hars uit te scheiden,

is evenmin een onbekend verschijnsel.


 

 

Barnsteen_2_-_Oostermeer_Frjpg Barnsteen_helder_-_Noordzee
Barnsteen is in het Vroeg-Pleistoceen in grote hoeveelheden door rivieren van het Eridanos-systeem verspoeld en onder meer in het noorden van ons land afgezet. Er zijn duidelijke aanwijzingen dat  een deel van het barnsteen in onze bodem afkomstig is uit het oosten van Duitsland. Voorlopers van rivieren als de Elbe en vooral de Saale hebben Miocene bruinkoolzanden waarin barnsteen in grote hoeveelheden op secundaire ligplaats voorkwam, geërodeerd.  Barnsteen is er in alle maten en soorten. Het meest bekend is de heldere, transparante vorm. Vooral hierin worden insluitsels van planten en dieren aangetroffen, waaronder vooral kleine insecten en spinnen. Dit type barnsteen is uit hars ontstaan dat oorspronkelijk aan de buitenzijde van de stammen en takken door bomen werd uitgescheiden.
Noordzeebarnsteen_3 Barnsteen_gewolkte_gele_bastaard_-_Oostermeer_Frjpg
Barnsteen is meestal troebel geel. Vaak is het egaal van kleur, soms ook fraai gewolkt (zie hiernaast). De gele kleur wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van grote hoeveelheden zeer kleine luchtbelletjes. Dit type barnsteen wordt in de barnsteen-industrie 'gele bastaard' genoemd. Het is afkomstig van hars dat zich in spleten en holtes in het hout of onder de bast in grote harsbuilen vormde. De donkere vlekken op het oppervlak zijn ontstaan door contact met zuurstof. Gewolkt barnsteen met aan de buitenzijde een sterk verweerde, granaatrode oxidatiekorst - Zwerfsteen van Oostermeer (Fr.). De gewolkte structuur van het barnsteen is ontstaan door het vloeien van de hars.

 


 

Wat de preciese oorzaak ook geweest mag zijn, het basaltische

vulkanisme in het Skagerrak heeft in zwerfsteenkundig opzicht

weinig opzienbarends opgeleverd. Geen basalten, basaltporfieren

of gesteenten die in de buurt komen van rhyolieten. In het

beste geval vinden we aangehecht aan of in een brokje vezelcalciet

een dun laagje basaltische tuf.







 

 

 

© 2010-heden Kijkeensomlaag.nl
Flag Counter