In kraters van vulkanen kunnen zich domes of stuwkoepels
ontwikkelen. Ze ontstaan door het uittreden van magma dat
door zijn rijkdom aan kiezelzuur te taai is om te vloeien. De
meeste domes hebben een rhyolietische (= granietisch), dacietische
(= granodiorietisch) of trachietische (= syenietische) samenstelling.
De vorm en de grootte van een dome varieert. De meeste
hebben een koepelvorm, maar zuilen, afgeplatte uitstulpingen en
puntkegels komen ook voor. De grootte ervan varieert van enige
meters tot vele kilometers. Sommige domes hebben een langgerekte
vorm waarbij het verschil tussen een lavastroom en een dome
onduidelijk is. Lavadomes bezitten doorgaans karakteristieke,
steile hellingen.
![]() |
![]() |
Lavadome in de krater van de vulkaan Kelud op Oost-Java in Indonesië. | Rokende lavadome in de vulkaan Chaitén in Palena, Zuid-Chili. |
De groei van domes varieert. In het algemeen groeien ze
langzaam waarbij aan de buitenzijde gestolde lava afbrokkelt. Indien
de aanvoer van magma voortduurt of zelfs groter wordt, neemt
de omvang van de dome toe. Ze worden daardoor ook instabieler.
Het komt regelmatig voor dat domes onder hun eigen gewicht
instorten, exploderen en zo de weg vrij maken voor gloedwolken.
De lavadome die zich na de uitbarsting van de Mt. St. Helens in 1980
in de krater vormde, dankt zijn ontstaan aan verschillende
erupties van magma. De vorming ervan kan vergeleken worden met het
periodiek uitknijpen van een tube tandpasta. Het uittredende magma
zorgt voor de aanvoer van nieuw heet materiaal. Als gevolg hiervan
neemt de grootte van de dome toe, met als bijkomend gevolg dat er
barsten in optreden. Het oudere gestolde materiaal wordt naar de
zijkanten weggedrukt en brokkelt af. Soms treden aan de buitenzijde
kleine maar heftige explosies op, waardoor delen van de dome vernield
worden. Soms zijn de explosies heviger met als gevolg dat de totale
dome en omgeving verpulvert en uit de krater wordt weggeblazen.
![]() |
![]() |
Na de verwoestende uitbarsting van de Mt. St. Helens in 1980, waarbij een deel van de vulkaantop verdween, ontstond in de brede kratermond een dome van gestolde lava. | In de krater van de vulkaan Montagne Pelée op het Caraïbische eiland Martinique ontstond in 1902 door gasdruk een massieve zuil van gestolde lava. Deze zuil was na 1,5 jaar ca. 400m hoog. |
![]() |
![]() |
Een van de weinige personen, die de gloedwolk die over het stadje Saint Pierre trok, overleefde, was een gevangene die in deze cel was opgesloten. De dikke muren en de ramen die afgekeerd waren van de richting van waar de wolk gloeiend hete gassen kwam, waren zijn redding. | Het duurde een paar minuten voordat de gloedwolk van de vulkaan Mont Pelée het stadje Saint Pierre bereikte. Binnen enkele seconden vonden ca. 30.000 inwoners de dood. Van het stadje bleef niet veel meer over dan een skelet van stenen muren. |
De uitbarsting van de Mont Pelée op Martinique in 1902 ging gepaard
met een verwoestende gloedwolk door het zijdelings explosief
ontsnappen van grote hoeveelheden vulkanisch gas en asdeeltjes. In
de krater had zich een enorme prop gestolde lava gevormd. Door de
enorme gasdruk werd een brede zuil van gestolde lava langzaam uit de
krater omhooggedrukt. In 1,5 jaar tijd bereikte de kolom gestold
gesteente, ondanks dat van tijd tot tijd hevige explosies optraden,
een hoogte van ongeveer 400 meter.
![]() |
![]() |
Chaos Cracks vormt een serie van vijf afzonderlijke domes van daciet in het Lassen Volcanic National Park in de USA. | In de grote met water gevulde krater van de vulkaan Kaguyak in Alaska heeft zich een dome gevormd van rhyolietische lava. |
Veel stuwkoepels ontstaan pas in de laatste fase van zeer explosieve
vulkaan uitbarstingen. Erupties die met veel geweld gepaard gaan
schuren de kratermond van de vulkaan sterk trechtervormig uit.
Wanneer aan het eind van de uitbarsting de gasdruk vermindert, kan
het laatste magma zich in de kraterpijp en in de trechtervormige
kratermond verzamelen waar het tot een vast gesteente stolt.
Rhyolieten en kwartsporfieren die in stuwkoepels ontstaan zijn
vertonen dikwijls een typische stromingsgelaagdheid.
Stuwkoepels komen weinig voor. In Frankrijk zijn ze bekend uit
Auvergne en uit de Ardeche. Vooral in dit laatste gebied komen een
paar fraai ontwikkelde 'fossiele' domes voor. Ze vormen makkelijk
herkenbare, steile, stomp kegelvormige heuvels in het landschap.
De gesteenten waaruit ze bestaan zijn van rhyoliet en daciet. Daciet
is het uitvloeiingsgesteente van granodioriet, een plagioklaasrijke
granietsoort die naast biotiet meestal ook een percentage zwarte
hoornblende bevat.
![]() |
![]() |
Een keten van oude vulkanen en domes in de Auvergne (Fr.). | De Puy de Dome in de noordelijke Auvergne in Frankrijk. |
![]() |
![]() |
Les Roches de Borée - Ardeche (Fr.). De beide domes bestaan uit daciet, het uitvloeiingsgesteente van granodioriet. | Le Gouleyou, ook wel Le Petit Gerbier genoemd. Een fraaie koepelvormige dome van daciet in de Franse Ardeche. |
Bepaald opvallend zijn een drietal door verwering blootgelegde domes
bij San Barthelomé de Tiranjana op Gran Canaria, een van de
Canarische Eilanden. Voorbij de plaats Fataga is de grote kegelvormige
lavaprop al van verre te zien als een lichtkleurige vlek in de donkere
wand van de Barranco de Tiranjana.
![]() |
![]() |
Trachietdome bij San Barthelomé de Tirajana, Gran Canaria. De dome is te herkennen aan de spitse kegelvorm in het midden van de foto. | De dome op Gran Canaria bezit een gecompliceerde bouw. Hij bestaat in feite uit drie afzonderlijke domes de tegen de donkere wand van de Barranco de Tirajana aangeplakt lijken. |
Eveneens op de Canarische Eilanden, maar dan in het zuiden van Tenerife
komt een grote dome van trachiet voor in het vulkanische landschap
tussen de plaatsen Los Cristianos, Palm-Mar en de Autopista del Sur.