Hoogstwaarschijnlijk voor het laatst dit jaar, maar wilt U de
sfeer proeven van Drenthe van ver voor de oorlog? Een
landschap met goudgele, stenige roggeakkers, met aan een
verzonken horizon de riet- en pannengedekte daken van
boerderijen? De sfeer van wuivende rogge met daartussen een
mengeling van korenbloemblauw en vlammend oranje-rood?
Kom dan deze zomer naar Govelin! Het kan nog.
Govelin, waar? Tussen Hamburg en Hitzacker aan de Elbe. Van
Groningen is het slechts 3,5 uur rijden en je bent in een andere
wereld. Weg van alle drukte, lawaai en ander modern ongemak.
Buiten de auto hoor je vogels als ortolanen, leeuweriken en geelgorzen
en zie je nog raven overvliegen.
Voor een foto-impressie verwijs ik U naar het menu-item 'Kijkeensopzij'.
Govelin ligt in het Wendland, een gebied in Nedersaksen, zuidoostelijk van Hamburg. | Govelin met op de achtergrond de vakantiewoning van de familie Bergmann. Meer rust en vogelgeluiden vind je nergens. |
Govelin ligt in het Wendland, een uithoek van Nedersaksen, die voor
de eenwording van Duitsland voorbij Hamburg nergens heen leidde.
Je liep dood op de Elbe. Daar, in het stadje Hitzacker is Claus von
Amsberg, de echtgenoot van prinses Beatrix geboren. Een kleine tien
kilometer voor Hitzacker, ergens in het midden van het prachtig golvende
eindmorenelandschap ligt Govelin. Vier boerderijen groot.
Ooit stond de akkerbouw in Drenthe in het teken van de rogge. Nu
zie je voornamelijk maïs en gras, horizonbedervend en dodelijk saai.
De roggeakkers van toen waren kleiner, boeiender, kleurrijker ook en
voor de plantenliefhebber een dorado. Wat er destijds tussen de
roggearen aan plantensoorten groeide, is nauwelijks meer voor te
stellen. Akkeronkruiden waren een doorn in het oog van de boer-eigenaar,
maar er viel niet tegen op te boksen. Rogge en akkeronkruiden, ze
hoorden bij elkaar. Ze vormden een levensgemeenschap van planten
die tegenwoordig nergens meer te vinden is. Nergens? Ja, toch nog.
Roggelelies sieren een roggeakker in Govelin. Hier in het Wendland vind je de enige natuurlijke groeiplaats van de ooit zo talrijke roggelelies. Dit moet je gezien hebben, al is het maar eens in je leven. |
Roggelelie met ca. 10cm grote oranje-rode bloemen. Een lust voor het oog en... uitbundig groeiend in hun natuurlijke omgeving. |
Schraal zand, berken en grove dennen
Parafraserend op de verhalen van Asterix en Obelix ligt in het noorden
van het grote Duitsland, opzij van een grote rivier, een klein plaatsje,
dat schijnbaar onoverwinnelijk de ontwikkelingen trotseert in een sterk
veranderend landschap. Een plaatsje dat uit vier boerderijen bestaat,
waarvan een nog permanent bewoond wordt. Boer Harry Bergmann met
zijn vrouw Christel en dochter Steffie wonen er. Gezamenlijk bezitten
ze in de omgeving ca. 150 ha grond. Tachtig hectare is akkerland, de
rest is bos. Dat bos verschilt overigens niet veel met dat wij kennen
van de droge, schrale zandgronden in Drenthe. Voornamelijk grove
dennen met berken. Wel kom je in de bossen bij Govelin, veel meer dan
bij ons, de zevenster tegen. Ondanks zijn talrijke voorkomen daar
is de zevenster een bijzonderheid in het huidige landschap.Hij hoort
hier eigenlijk niet. Het is een plant die vooral in het koudere Noord-Europa
groeit, maar die hier dankzij de ijstijd is blijven 'plakken'.
De akkers rond Govelin zijn zandig, zeer fijnzandig zelfs. Akkers die in
het voorjaar makkelijk verstuiven. Ze zitten bovendien vol zwerfkeien,
op sommige plaatsen zoveel dat nauwelijks is voor te stellen hoe daarin
nog te boeren valt.
Het belangrijkste kenmerk van de streek is schraalheid. Op de keper
beschouwd is het gebied rond Govelin niet geschikt om er te boeren. Bos
is het beste. Daar hebben ze dan ook veel van. Het bos van Göhrde, waar
Govelin tegen aan leunt, is rijk aan roodwild en wilde zwijnen. Keizer
Wilhelm II hield er met zijn gasten regelmatig jachtpartijen. Dat wilde
zwijnen veel voorkomen getuigen de doorploegde akkers.
De zandige graanakkers rond Govelin zijn zeer schraal. Op veel plaatsen liggen ze nog vol met zwerfstenen. | Vuursteen komt zeer veel voor. De kans op het vinden van zeeëgels is groot. Je hebt geluk als je een zeeëgel in een zeeëgel vindt. |
Het is bekend dat zandakkers pas in het voorjaar bemest moeten worden.
Mestgiften in het najaar spoelen in de winter weg. Zand heeft als nadeel
dat het van zichzelf weinig voedende bestanddelen bevat, maar ook dat
het moeilijk meststoffen kan vasthouden. In het voorjaar komt daar als
complicerende factor bij dat de bodem heel snel uitdroogt en stuifgevoelig
is. En stuiven kan het rond Govelin. Gewassen hebben daar een gruwelijke
hekel aan.
De combinatie van schrale groeiomstandigheden en een zandige, snel
uitdrogende bodem maakte dat roggebouw, gerst en wat haver eeuwenlang
bepalend was voor Govelin en daarbuiten. Rogge was het voedselgewas
waar het in de landbouweconomie van de zandboer om draaide. Eeuwige
roggebouw noemen we dat…
Feuerlilien
In Govelin, op de akkers van boer Harry Bergmann, is het alsof je weer in
het verleden wandelt. Een prachtig gestoffeerd landschap met houtwallen,
eikenalleeën, bosjes en akkers met rogge en haver, met daarboven het
gezang van ortholanen en tal van andere vogels. In deze omgeving groeien
roggelelies, met vele honderden bij elkaar met hun prachtige vuurrood-oranje
gekleurde bloemen. Bloemen die wel 10cm groot kunnen worden. Eigenlijk is
het een raadsel waarom men dit ‘akkeronkruid’ nooit in de handel heeft
gebracht. Lelies zijn er te kust en te keur, maar roggelelies? Misschien zijn
onze tuinen inmiddels te voedselrijk.
Eind juni staan ze in volle bloei, samen met een menigte korenbloemen.
Nergens anders in Noordwest-Europa groeien de planten zo talrijk en zo
mooi als in hun natuurlijke omgeving rond Govelin. Deze akkeronkruiden
gemeenschap is op de meeste plaatsen uitgestorven. Dankzij boer Bergmann
en een financiële ondersteuning van het land Nedersaksen is het tot dusver
mogelijk gebleken dit unieke cultuurecologische monument te laten
voortbestaan. Vroeger moest men van de karige opbrengst leven, zonder
financiële ondersteuning kan dat niet meer. Sterker nog: de akkers van
Bergmann mogen niet bemest en de rogge wordt niet geoogst. Het levert
te weinig op.
Op sommige akkers van boer Bergmann staan honderden roggelelies te bloeien. Wanneer? Eind juni! Ook dit jaar weer. |
Naast roggelelies zijn korenbloemen heel gewoon. Soms groeien ze massaal in de rogge. |
Windkanter van zandsteen. In de tweede helft van de laatste ijstijd kregen veel zwerfstenen die aan de stijfbevroren oppervlakte lagen door de schurende werking van verstuivend zand vormen met platte vlakken. Rond Govelin zijn ze veel te vinden. | Windkanter van kwartsiet. De steen vormt een combinatie van een gidsgesteente, want een Västervikkwartsiet, en een piramidale windkanter. |
Feuerlilientage
Net als in voorgaande jaren vinden ook in 2015 in Govelin op 20 en 21 juni
de Feuerlilientage weer plaats. Van vrijdag tot en met zondag staat het
erf van de familie Bergmann bol van allerlei activiteiten die met roggelelies
verband houden. Ook dit jaar staat het erf van de Bergmannen voor
een gedeelte in het teken van zwerfstenen. Fred Bos, een van de grootste
plantendeskundigen in ons land, Harry Bergmann en ik geven voordrachten,
rondleidingen en excursies. De lezingen en excursies gaan behalve over
roggelelies, vooral over het ijstijdlandschap rond Govelin, de zwerfstenen
daar en.... windkanters.
Govelin, ijstijden en zwerfstenen
Het landschap rond Govelin dateert uit de allerlaatste fase van de
Saale-ijstijd, ca. 130.000 jaar geleden. De ijsmassa’s van het
Warthe-stadium hebben danig in de streek huisgehouden. De stuwende
werking van het ijs en de enorme hoeveelheden smeltwater hebben
een zeer gevarieerd landschap achtergelaten. Liefhebbers van zwerfstenen
kunnen in deze omgeving hun hart ophalen. Ze liggen er bij duizenden,
vaak op hopen langs de akkers, heerlijk schoon geregend. Dat maakt
het zoeken wel zo plezierig. Daarnaast zijn er in de omgeving zand- en
grindgroeves waar zo mogelijk nog meer keien te vinden zijn.
Het gezelschap zwerfstenen in delen van het Wendland is merkwaardig
samengesteld. Het wijkt sterk af van de verdere omgeving. Hier en daar
waan je je op de Hondsrug in Drenthe, zoveel mooie rapakivi’s kom je
er tegen. Vooral rond de plaatsen Volksdorf, Vastorf en in de Göhrde
w.o. Govelin zuidoostelijk van de stad Lüneburg is dit het geval.
De omgeving van Govelin in het Wendland dankt zijn geaccidenteerde karakter zowel aan de stuwende werking van het landijs tijdens het Warthe-stadium, toen de Saale-ijstijd op zijn eind liep, als aan de eroderende werking van enorme hoeveelheden smeltwater. |
Zwerfstenen vind je in overvloed in het gebied. Boeren werpen ze op hopen langs hun akkers. Bij Govelin is het zwerfsteengezelschap een mengeling van Westbaltische en Oostbaltische steensoorten. |
De grote zwerfsteenhopen getuigen van de rijkdom aan zwerfstenen bij Govelin. | Freifrau (Barones) Jutta von dem Bussche Haddenhausen, familie van onze koninklijke familie, samen met Fred Bos aan het stenen zoeken op een grote hoop zwerfkeien bij Hitzacker. De grote kei bij haar huis was weliswaar geen meteoriet, zoals zij vermoedde, het vinden van enkele fossielen maakte veel goed. |
Rond Govelin is sprake van een mengsituatie. Naast veel rapakivigesteenten
zijn zwerfsteensoorten uit Midden- en Zuid-Zweden bijzonder zeer talrijk,
vooral Dalarne en Småland zijn goed vertegenwoordigd. Dit gezelschap
van West- en Oostbaltische zwerfstenen maakt dat de variatie onder
Scandinavische zwerfstenen bijzonder groot is.
In de Weichsel-ijstijd, is tijdens het Pleniglaciaal sprake geweest van
een volkomen open, onbegroeid landschap, waar wind en verstuivend
zand vrij spel hadden. Uit die tijd dateren de enorme stuifheuvels. Ze
zijn meestal bebost en wekken door hun vorm soms de indruk grote
grafheuvels uit de Bronstijd te zijn. Een groot aantal zwerfstenen draagt
de sporen van verstuivend zand. Windkanters zijn bijzonder algemeen.
Je vind ze in allerlei vormen en groottes.
Omdat tijdens deze dagen bodem, stenen en landschap centraal staan, is
op het erf van boer Bergmann een keientuin met een groot aantal
interessante zwerfstenen ingericht. Blikvanger is een prachtige windkanter
van grijze kwartsiet met een gewicht van ca. 350 kg!
Bepalend in de keientuin op het erf van Harry Bergmann is een 350 kg zware windkanter van kwartsiet. Hij ligt temidden van een aantal kleinere soortgenoten. | In het Wendland vind je in veel dorpen fraaie, karakteristieke Middeleeuwse zwerfsteenkerkjes. Die in Nienbergen is een van de mooiste. |
Wat is er te doen?
Naast activiteiten als lezingen, rondleidingen, excursies, muziek en
‘gemütliches Beisammensein’ is er beide dagen (21 en 22 juni 2015)
ook een (boeren)markt waar o.a. heerlijke, zelfgemaakte wildsoep te
koop is. Ook de vegetariërs onder ons kunnen daar bijtanken. Een
plaatselijk imker heeft korenbloemen!!!honing in de verkoop, die bij
de Bergmannen op de akkers is gehaald. Kortom, voor de inwendige
mens is er van alles verkrijgbaar.
De toegang tot dit alles is gratis, zij het dat logies, het eten en
tussendoortjes voor eigen rekening zijn.
Het adres van boer Harry Bergmann is Govelin 2, Göhrde Duitsland. Als
je daarheen googelt, zie je de plaats waar de festiviteiten plaats vinden.
Voor meer informatie over overnachtingen e.d. kun je terecht op de website
Per auto naar Govelin
De route naar Govelin is niet moeilijk. Voorbij Hamburg de zoutstad
Lüneburg aanhouden. Vandaar rij je verder op de B 216 richting Dannenberg.
Iets voorbij Göhrde staat het enige gele richtingbordje naar Govelin aan
de B 216 net ten westen van Metzingen. Daar afslaan en de borden volgen.
Tot Govelin is het nog maar twee kilometer.
Fred Bos over zijn ontdekking
Tot slot laat ik Fred Bos nog even aan het woord, waarbij hij vertelt over
zijn ontdekking bij Govelin.
“Toen ik in 2007 voor de eerste keer in Govelin kwam, viel ik van de ene
verbazing in de andere. Het was alsof ik in de tijd terugstapte naar 1853
in de beschrijving die van Van Hall maakte van de eerste vondst van de
roggelelie bij Zuidlaren in Drenthe. Nooit verwacht, dat ik ooit nog eens
in een roggeakker met vele honderden bloeiende roggelelies zou staan.
De complete roggeakkerlevensgemeenschap inclusief ortolaan, veld- en
boomleeuwerik, geelgors, wielewaal en grauwe klauwier is nog aanwezig.
Elk jaar komen er weer nieuwe ontdekkingen bij. Vorig jaar werden het
vliegend hert bij de eikenallee, de wrattenbijter in de akker en een
hazelworm op het zandpad gespot. Aan het eind van de vorige zomer
werd op een laag deel in een akker, waar het water na zware regen even
stagneert, een fraaie populatie met o.a. koprus (Juncus capitaus),
Dwergbloem (Anagallis minima) en Borstelbies (Isolepis setacea) gevonden!
Toen ik de afgelopen herfst naar de rijkste akker googelde, zag ik tot mijn
grote verbazing dat er op de akker waar de meeste roggelelies groeien
concentrische cirkels te zien waren. Op de grond konden we er tot nu toe
niets van zien, maar boeiend is het wel. Afgewacht moet worden of de
vegetatie deze zomer het patroon van de bodemcirkels volgt.
Het maakt indruk, dat mensen uit het buitenland speciaal voor de Feuerlilien
naar Govelin komen. Nederlandse nummerplaten op auto's vallen op! De
mensen in de buurt zien nu dat het echt internationaal belangrijk is en niet
alleen maar een hobby van een zonderlinge boer.
Alles bij elkaar hoop ik, dat deze akkers zo in de picture komen, dat geen
Duitse politicus het in zijn/haar hoofd haalt om de subsidie te laten
vervallen in het kader van welke bezuiniging dan ook.”
Als je niets beters weet dan spreid je de keien die van de akkers komen maar uit tot een lang dik lint. Weer een keienweg erbij. |
Finsegranietporfier, een rapakivivarieteit - Zwerfsteen van Govelin. Dit type gidsgesteente komt in Oost-Drenthe ook veel voor. |